Maatstaf. Jaargang 8(1960-1961)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 307] [p. 307] Inge Tielman [Gedichten] Stille vragen je bent moe ik heb de nacht al voor je ontruimd en mijn handen over je heen gespreid vraag mij en ik zal antwoorden neen ik wil waken ja ik schrijf verzen uit zelfverdediging omdat jij er bent maar ik ben eenvoudig gewoon deze nacht heeft nachtlengten natuurlijk maar je moet slapen goed de laatste je vraagt: wat is een gedicht? dat ben jij [pagina 308] [p. 308] Na het telefoongesprek ja ik hoor je ik heb de hoorn neergelegd en je stem vastgezet achter mijn huid spreek maar duifje spreek en streel mijn lichaam vlinder in mijn kraaiend bloed ik schreeuw krijs [dit is mijn recht] want buiten mij wacht ik ijselijk zwijgend geduldig maar ik hoor je ik roep je liefste [pagina 309] [p. 309] Laat het zo zijn god schiep de aarde de hemel de mensen en alles wat groeit en doodgaat jouw lichaam en het mijne in duizelingwekkende snelheid bouwde hij bouwde hij het kunstwerk en jou en mij ons en wij die achteloos wonen in het bolwerk van onmenselijke liefde maar wij wij strelen geheel onnadenkend zelfs met zontrilling bevende handen de zachte huid waarop onze lippen branden god schiep de aarde de hemel en wellicht onwetend ons vlammend verlangen naar elkaar 2 lichamen vloeien ineen in een spel van vormen in een zwijgende omarming Vorige Volgende