Maatstaf. Jaargang 7(1959-1960)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige [pagina 819] [p. 819] Hans Andreus [Gedichten] Mijzelf gewaarschuwd Ga liever tussen het gras en aanbid de bomen, de grote voorvaderen van je woorden. Geef toe dat de hemel een vrouw is en iedere man een potter - in de ogenpot, in de orenpot -, potter ook van onnutte gedachten. Speel met het haar van godinnen en volg gehoorzaam je vingers naar wat mooirond en buigzaam is: lieve hemel: onder oprecht lover een vrouw. [pagina 820] [p. 820] College anno 2060 over niets Voor een hooogmathematische vriend Toen de tijd nog bestaande was, materie nog nauwelijks een hobbel van het niets was [dat niets dat naar men weet een absolute neus trekt tegen verleden en toekomst van de planeet], toen hongerden er miljoenen, woedden er nog oorlogen, waren brute moorden aan de orde van dag of nacht, evenals trouwens voor evenwicht zorgende daden van liefdesgeweld of liefde's tederheid [dit laatste een merkwaardige hoogst poëtische interpretatie van niets]. Wat volgde is bekend: voor de bom kon barsten, smolt een té zwaar genomen chaos gelijk sneeuw voor het niets. Leert dus niets hiervan. Omhelst uw vriendinnen van niets of uw vrienden van niets, [pagina 821] [p. 821] brengt zo ge wilt nietswaardige kinderen voort van niets, en leeft glimlachend verder als vredige hobbels in het niets. [pagina 822] [p. 822] Zolang de zon Zolang de zon met grote vleugels vliegt en vliegende het licht tikt door de ruimte en naar de aarde waar de kleuren worden geboren elke wiekslag van de zon, zolang ook, nadat 's nachts een magere maan gepronkt heeft met geleende bleke veren, de zon de oude horizon ontdekt tussen zijn hemelsbreed spannende vleugels, zolang halen de mensen met de dieren en met de planten adem, en zolang gaan wij alleen maar in gedachten dood. Maar iedere seconde dat iets doodgaat, wordt de zon zwart, klappen zijn vleugels samen en van mijn woorden blijft geen woord meer heel. Vorige