Maatstaf. Jaargang 7

(1959-1960)– [tijdschrift] Maatstaf– rechtenstatus



[pagina 351]
Stéphane Mallarmé Het ongerept, het tintelend en schoon vandaag Het ongerept, het tintelend en schoon vandaag Zal 't met een vleugelslag doorbreken en doen zuchten Dit harde meer dat onder rijp de kwelling draagt Van het doorzichtig ijs der niet gevlogen vluchten! Een zwaan van eertijds trekt uit zwevende geruchten Herinn'ring van zijn pracht waaraan de wanhoop knaagt Omdat hij niet gezongen heeft de warme luchten Toen hem het bitt're winterlicht had uitgedaagd. Zijn lange hals schudt af het bleke doodsgevecht Hem door de ruimte die hij loochent opgelegd, Maar niet den grond waarin 't gevederte is geklonken. En hij verstilt - een glans wijst ons de plek nog aan - Tot schim in kouden droom van minachting verzonken, Droom in het wit van den doelloos gebannen Zwaan. nederlands van h.w.j.m. keuls