Maatstaf. Jaargang 5
(1957-1958)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 554]
| |
Eerste stropheNog eenen keer, laurierboom: nog èen keer
Donkere bosch-bes, klimop eeuwig groen,
Kom ik en pluk uw vruchten vòor 't seizoen
En met mijn handen ruw,
Ontblader u, eer herfsttij en kwaad weer.
Bitter verdriet, weemoed en droevigheid
Dwingen mij u dit onrecht aan te doen:
Want Lycidas is dood, dood vòor zijn tijd,
Lycidas jong, weg inder eeuwigheid.
Wie hief voor Lycidas geen klaagzang aan?
Hij zelf wist met gezangen om te gaan;
Hij mag niet drijven in de onzekere zee
Onbeweend met het water spoelend mee,
Zonder de troost die ik hem aan wil doen...
|
|