| |
| |
| |
Het leven van Baudelaire
1821 |
Geboorte van Charles Baudelaire [9 april]. Vader 62, moeder 28 jaar. |
1827 |
Dood van de vader. |
1828 |
Tweede huwelijk van Mme Baudelaire met de commandant Aupick. |
1832-1839 |
Onderwijs in Lyon en Parijs: prijzen voor Latijnse verzen, maar ‘indéniable mauvaise volonté’, naar een leraar noteert. Bewondert de romantische poëzie en schrijft zelf gedichten. De moeilijkheden met zijn stiefvader zijn nog niet groot en worden veroorzaakt door de beslissing van Baudelaire de schrijversloopbaan te kiezen. |
1839 |
Leest The Confessions of an Opium-Eater van de Quincey, kent misschien reeds Jeanne Duval, ‘la Vénus noire’. |
1841 |
Leven van een [bemiddelde!] bohémien in Parijs. Dandysme. Gaat om met Balzac, Nerval en anderen. Enkele gedichten, die later gebundeld zullen worden, stammen uit deze tijd.
Vertrekt onder dwang van zijn familie naar Calcutta, maar is misschien niet verder gegaan dan de Oostkust van Afrika en vandaar teruggekeerd. |
1842 |
Terug in Parijs heeft hij kamers in het hôtel Pimodan waar hij veel ontvangt [Gautier, Banville]. ‘Experimenteert’ met opium enz. Verhouding met Jeanne Duval. |
1843 |
Werkt mede aan een drama in verzen, Idéolus, dat niet beëindigd wordt en schrijft een vijftiental gedichten, die later gepubliceerd worden. |
1844 |
Door de voortdurend toenemende schulden verontrust, stelt zijn moeder hem onder curatele. |
1845 |
Publicatie van het Salon de 1845, het eerste niet anonieme geschrift, en van enkele gedichten in tijdschriften. Juni: poging tot zelfmoord. |
| |
| |
1846 |
Werkt mede aan verschillende tijdschriften en publiceert het Salon de 1846, waarin een gedichtenbundel Les Lesbiennes [de latere Fleurs du Mal] wordt aangekondigd.
Het is mogelijk, dat hij enkele geschriften van Edgar Allan Poe ontdekt. |
1847 |
Publicatie van La Fanfarlo, de enige voltooide novelle van Baudelaire, die reeds in 1843 geschreven was. Begint met de vertaling van Poe, die hij zeker niet volledig kent maar in wie hij een geestverwant meent te vinden. Hij ontmoet de actrice Marie Daubrun [‘la belle aux cheveux d'or’], voor wie hij vermoedelijk een aantal gedichten schrijft. |
1848 |
Neemt deel aan de revolutie en geeft met enkele vrienden een republikeins blad uit [twee nummers]. Vervolgens is hij redacteur van een conservatief blad in Châteauroux.
Aangekondigd wordt de publikatie van Les Limbes [tweede titel voor de bundel].
Grote moeilijkheden met zijn stiefvader die hem de verhouding met Jeanne verwijt. |
1849 |
Geheimzinnig jaar in het leven van Baudelaire. Hij bewondert Wagner. Is gedurende enkele maanden in Dijon, waar Jeanne bij hem komt. |
1850 |
Eerste aanvallen van venerische ziekte. Hij publiceert slechts enkele gedichten. |
1851 |
Publikatie van Du vin et du haschisch, evenals van 12 gedichten onder de titel Les Limbes.
Bestelt in Londen de verzamelde werken van Poe.
Leeft in grote armoede te midden van de bohémiens, die de realistische school zullen vormen. Woont samen met Jeanne.
Enkele kritische artikelen worden geplaatst.
Hij ontmoet regelmatiger Mme Sabatier [‘la Vénus blanche’]. |
1852 |
Publikatie van enkele gedichten en verschillende kritische studies, waaronder het eerste Franse artikel over Poe, dat van belang is.
Hij verlaat Jeanne, maar blijft haar financieel steunen, |
| |
| |
Jeanne Dural naar een tekening van Charles Baudelaire
|
ook al moet hij zelf wegens schulden voortdurend verhuizen.
Baudelaire richt het eerste anonieme gedicht tot Mme Sabatier, voor wie hij een platonische liefde opvat. |
1853 |
Vertalingen van Poe. De schuldeisers dringen steeds meer aan.
Anonieme brieven aan Mme Sabatier. Het is mogelijk, dat enkele van de daarin voorkomende gedichten ook reeds voor Marie Daubrun gebruikt waren. |
1854 |
Stelt het scenario voor een drama [L'Ivrogne] op, dat verder nooit geschreven zal worden.
Anonieme correspondentie met Mme Sabatier [die overigens reeds lang weet wie de afzender is] wordt voortgezet.
Waarschijnlijk verhouding met Marie Daubrun.
Achtervolgd door schuldeisers, weer terug bij Jeanne. |
| |
| |
1855 |
Talrijke kritieken en vertalingen, maar desondanks diep in de schulden. Breekt met Marie Daubrun. |
1856 |
Publikatie van de Histoires Extraordinaires van Poe. Breekt ‘definitief’ met Jeanne. |
1857 |
Dood van generaal Aupick; zijn vrouw trekt zich terug in Honfleur.
25 juni: publikatie van de Fleurs du Mal. De Figaro spreekt enkele dagen later over ‘monstruosités’. Gerechtelijke vervolging en veroordeling: 300 fr. boete; 6 gedichten moeten bovendien uit de bundel verwijderd worden.
Baudelaire wendt zich nu openlijk tot Mme Sabatier met wie een verhouding begint, die onmiddellijk door een breuk wordt gevolgd.
In een tijdschrift worden onder de titel van Poèmes nocturnes 6 prozagedichten gepubliceerd. |
1858 |
Tamelijk ernstige klachten over gezondheid, waardoor wordt overgegaan tot gebruik van ether en opium.
Enkele gedichten, vertalingen en studies verschijnen.
Baudelaire heeft geen vast adres meer, maar woont meestal bij Jeanne. |
1859 |
Publikatie van gedichten en van Eureka.
Leeft in grote schulden, nu Jeanne verlamd is en op hem moet steunen. Desondanks koopt hij tekeningen van Guys, die hij heeft leren kennen. |
1860 |
Verschillende contracten voor de uitgave van zijn werken.
Aanvallen van ziekte.
Baudelaire is aanwezig bij de concerten waar Wagner gespeeld wordt.
Publicatie van Paradis Artificiels.
Woont met Jeanne in Neuilly. |
1861 |
Verlaat het huis, verdreven door de aanwezigheid van Jeanne's broer.
Tweede druk van de Fleurs du Mal, aangevuld met 35 gedichten.
Studie over Wagner.
Ernstige materiële, lichamelijke en psychische toestand. Baudelaire denkt wederom aan zelfmoord, maar stelt |
| |
| |
|
zich ook kandidaat voor de Académie française.
Talrijke kritische artikelen en een aantal prozagedichten. |
1862 |
januari: Baudelaire ‘a senti le vent de l'aile de l'imbécillité’. Hij ontdekt bovendien een vreselijk feit waarover hij niets wenst te zeggen [de broer van Jeanne zou niet haar broer maar haar minnaar geweest kunnen zijn].
Faillissement van Baudelaire's uitgever Poulet-Malassis; hij treedt zonder daartoe het recht te hebben in contact met andere uitgevers.
Swinburne schrijft het eerste lovende artikel over Baudelaire in The Spectator. |
1863 |
Contracten met Hetzel voor de derde druk van de gedichtenbundel en een aantal prozagedichten. Tegelijk worden de eerste drukken uitverkocht.
Baudelaire overweegt een reis naar België waar hij voordrachten kan houden, terwijl hij tevens zijn werken beëindigen en zijn schuldeisers ontlopen wil.
Belangrijke studies over Eugène Delacroix en over Guys. |
1864 |
De Figaro begint de publikatie van Le spleen de Paris [titel der prozagedichten], die echter spoedig onderbroken wordt.
Baudelaire gaat naar Brussel, waar hij zonder succes lezingen houdt. Hij wordt steeds verbitterder. Begint aan een werk over België. |
1865 |
Baudelaire is nog steeds in Brussel waar hij regelmatig bij Hugo komt. Publikatie van vertalingen en gedichten. Zeer slechte gezondheid. |
1866 |
Baudelaire verneemt, dat enkele jonge dichters [Mallarmé en Verlaine onder anderen] met zeer groot enthousiasme over hem schrijven.
Maart: ernstige attaque in een kerk te Namen; verlamming en afasie. Na enkele maanden wordt hij naar Parijs vervoerd, waar soms vriendinnen Wagner voor hem spelen. |
1867 |
31 augustus: dood om 11 uur 's morgens. |
| |
| |
Uitnodiging voor de uitvaartdienst en de begrafenis van Charles Baudelaire
|
|