licht geruis verwekte; wanneer ik daarbij zijn proza in beschouwing neem en de kenschetsing lees, zoals Engelman die in bovenstaand vers impliciet van Crone gegeven heeft, dan is - om het calvinistisch uit te drukken - de slotsom onontwijkbaar, dat Crone's geloof is overgegaan in aanschouwing.
Zijn geloof was, dat een plantsoen geen omheining hebben mag; dat schoonheid en goedheid geen privileges zijn van particuliere maatschappelijke of kerkelijke coterieën, maar als een bijzonderheid hun waarde alleen ontlenen aan de verbinding met het algemene.
Crone had in zijn ogen, eigenlijk in zijn hele wezen iets, dat aan een droomstaat denken deed. De mensen zag hij aan, alsof hij zich iets herinneren moest. De trant van zijn spreken en de silhouet van zijn niet omvangrijke gestalte tegen een verkleurende avondhemel wekten gedachten, die aan de dingen der dagelijksheid grauwheid en dreiging ontnamen en die deden geloven, dat tòch nog mensen van goede wil deze wereld bevolken.
Aan zijn graf heb ik gezegd: ‘Kees Crone was een der nog maar schaarse dragers - maar moge God dat beteren! - van het verlangen naar gemeenschap, dat de oorlog ons in 1945 als een zegen had achtergelaten. Hoeveel van dat verlangen is al op de kille wind van allerlei verdeeldheden verwaaid. Kees Crone heeft de vlam van zijn innig verlangen brandende gehouden, tot zijn laatste uur toe’.
De woorden worden hier herhaald, omdat - wat men ook overigens van de voortreffelijkheden van Crone's persoon en werk zeggen moge en dat is heel veel - dáárin zijn werkelijke betekenis gelegen is. Hij heeft beseft [en naar dat besef geleefd en gewerkt], dat het bijzondere slechts een nuancering is van het algemene en dat juist in het àllen omvattende het schepsel gelijkt op zijn Schepper.
‘Uw vermogen is om in een detail een wereld te zien’, aldus Ritter in zijn bovenbedoelde inleiding. Ik wil daar graag ja op zeggen, maar veroorloof mij de wijziging, dat hij in het detail de wereld zag.
Daarom kon hij zo innig over zijn Utrecht schrijven en afdalen tot in de kleinste bijzonderheden: Crone was een