L.Ph. Rank
Lesbia's masker
Een naschrift
Professor Hellinga's artikel Document en Anecdote in de juni/juli-aflevering 1956 van Maatstaf gaf mij aanleiding terug te komen op de door mij destijds slechts terloops gemaakte vertalingen van twee van de drie Huygens-epigrammen. Bij nadere bestudeering toch, en niet in de laatste plaats door de belichting van de achtergronden thans door professor Hellinga gegeven, meen ik dat Huygens' bedoelingen in de volgende vertalingen beter tot haar recht komen:
Epigram b, 2e regel leze men niet: ‘zwart zijt ge, Lesbia, opdat ge toch vooral niet zwart zijt’, doch: ‘ Averechts zorgt ge voor uw schoonheid, opdat ge, Lesbia, vooral toch niet zwart zijt: gij zijt (echter) zwart’ [tevens: doortrapt ondeugend: Lesbia wil haar schoonheid niet demasqueren]. Ik heb de zinsconstructie gewijzigd en neem tevens een woordspel aan van het adiectivum ‘nigra’.
In epigram c is de vertaling: ‘tegen het voorhoofd geslagen word met een dubbele zengende zon’ onduidelijk. Veeleer ligt er de volgende pointe in opgesloten: Als gij, Lesbia, een masker opzet om de zonnestralen te weren, dan mag ik mij wel driemaal met een masker pantseren. Ik sta in gloed voor twee zonnen van oogen, maar gij, kille, slaat me in het gezicht, laat me 'n blauwtje loopen. Huygens wordt dus door een dubbele zonnehitte geteisterd en Lesbia beperkt zich niet tot dreigen, zooals professor Hellinga naar aanleiding van mijn vroegere vertaling concludeert [men zie pg. 279 aan het einde], maar zij is één en al actie. Zij geeft den minnaar immers, na hem eerst met haar oogen te hebben dolgemaakt, tot slot een koude douche. ‘Ambusto’, in fraaie tegenstelling tot ‘frigida’, ziet dus niet op de zon, maar op den minnaar en het adiectivum ‘miserum’ heeft de bijbeteekenis van ‘de hopeloos verliefde’. De m.i. juiste verta-