Maatstaf. Jaargang 1(1953-1954)– [tijdschrift] Maatstaf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 592] [p. 592] Leopard Bedlam [Gedichten] Hans Lodeizen Hij verloor het zonlicht nooit uit het oog en de regen nooit uit het oor, een compromis zoekend als hij de handen achter het hoofd vouwde in de lente of het hoofd in de handen steunde in de herfst om zijn hart, verkleumd in deze winterse wereld, te warmen verbrandde hij zich langzaam in de kachel van het leven hij schreef gedichten als zijn hand niets anders te doen had als hij niet strelen mocht of de maat slaan van muziek hij moest vroeg naar bed van zijn moeder en gezond slapen maar hij wandelde onder de sterren in de mantel der liefde, luisterend naar de nachtwind die de levensmoede levensmoed inblaast kijkend naar de maan die met zijn ogen speelde soms durfde hij niet uit, wanneer de nacht gromde als een zwarte hond: dan verschanste hij zich in zijn bed en 's morgens hield hij expres zijn ogen dicht, als de aarde in éen nacht grijs was geworden maar dan weer dronk hij de ranja der dageraad uit de zon geknepen als uit een spons en hij nieste deed jongensachtig zijn ochtendgymnastiek, ging werken en verdwaalde als een vlinder in de afgrond van de stad hij maakte veel roekeloze reizen, hunkerend naar ongeziene stranden, tropisch en onbevaren- tot hij het spookschip Dood ontmoette en de vlag streek en voorgoed vertrok voorbij de horizon [pagina 593] [p. 593] hij zal nooit meer op dit strand zitten te roosteren in de zon kijken naar de gepointilleerde zee en coca-cola drinken, maar wij gaan ermee voort, met praten en sigaretten roken ons hart in de prullemand, en verlangen naar de einder. [pagina 594] [p. 594] Ik en de goede God 's Ochtends steekt God een lucifer aan om te kijken hoe laat het is en hoe zijn schapen rondscharrelen in het rotspartijtje van zijn wereld en daar ziet hij mij dan liggen, droomloos gebed in mijn eigen armen, nietsdoend vóor high noon, en roept fronsend de slapende honden van mijn gedachten wakker en ik - mijn hand schrijft gedichten van de hand in de tand en stopt de half afgebrande dag vermoeid terug in zijn onuitputtelijke luciferdoos. Vorige Volgende