| |
| |
| |
A.H. Nijhoff
Venus in ballingschap
[vervolg]
De dokter vergist zich als hij denkt dat ik mij over haar heb te beklagen. Ik kan niets dan goeds van haar zeggen maar hoe moet ik het uitdrukken.... Het is alsof er iets in haar is dat haar verhindert zich aan te passen. Alsof alles wat men doet of toepast om haar aan de anderen gelijk te maken, het tegenovergestelde resultaat heeft. Om een voorbeeld te noemen: u zult zich herinneren, dokter, dat zij in uw huis werd binnengebracht gekleed in een onwaarschijnlijke combinatie van kledingstukken. Haar rok was een vormeloze lap van belachelijke wijdte en van een helgroene kleur die de ogen pijn deed. Haar bovenlichaam was gehuld in een soort jak van purper dat vloekte met het groen van de rok. Om haar hals was een vierkante lap geknoopt van een geel dat naar oranje zweemde. Al die losse, gekleurde lappen golfden om haar heen wanneer ze liep. Van een afstand kon je nauwelijks zien dat er een mens aankwam. Ik heb geprobeerd haar te kleden als de anderen. Een eenvoudige zwarte rok, een zwart keursje en een witte doek met een punt op de rug gespeld. Het haar glad achterover gekamd en in een knoet onder het wezenkapje. Maar denkt u dat ze ook maar in de verste verte op de anderen lijkt? Het is alsof ze in deze kleren nog meer opvalt dan in die andere plunje. Ik heb wel eens een tijdschrift gezien met platen er in van wat ze in het buitenland zo al aan overdreven kleren dragen. Wel, zo ziet ze er uit in haar wezen-uniform. Tussen de andere meisjes ziet ze er uit als een filmster. Ik weet niet wat het is. Het zijn haar schouders, het is de manier waarop ze zich beweegt, het zijn haar ogen.... Als ze loopt, golft haar lichaam. Ze loopt zoals niemand anders loopt.
Het is een genot haar te zien lopen. Is het niet verheugend een lichaam te zien dat zich zonder schaam-
| |
| |
te durft te bewegen zoals de natuur het heeft geschapen, alsof er nooit een zondeval was geweest? Het lichaam hóórt te golven, moeder, wanneer iemand loopt.
Ik leer mijn meisjes heupen en schouders stil te houden als ze lopen. Het gaat niet aan te doen alsof er géén zondeval was geweest. Er ís een zondeval geweest, dokter, en sindsdien hoort schaamte tot de deugden der vrouw. Ik zeg niet dat ze schaamteloos is, ik zeg ook niet dat ze het met bedoeling doet maar haar wijze van lopen is een bespotting van het wezenkleed. Ik heb haar rok korter gemaakt (al is dit tegen het voorschrift) in de hoop dat daardoor die golvende lijn gebroken zou worden maar nu zijn het haar benen die aanstoot geven.
Waarom aanstoot, moeder? Het zijn prachtige benen.
Prachtig of niet prachtig komt hier niet ter sprake. Het zijn trouwens niet alleen haar benen, het zijn ook haar schouders.
Een hals om een misdaad voor te doen.
U hadt het niet duidelijker kunnen zeggen, dokter. Maar het is niet alleen haar lichaam. Het is ook haar gezicht. Het is alsof haar ogen en haar mond nog opvallender zijn sinds ze het haar glad naar achteren draagt.
U hebt gelijk, moeder, dit kind is een wonder van de natuur. Ik ben bang dat u haar haar schoonheid niet kunt ontnemen, wat u ook aan haar kleding doet. Om haar schoonheid onzichtbaar te maken, vrees ik, dat er niets anders op zal zitten dan dat we haar kaal scheren, haar de ogen uitsteken, haar de schouders brandmerken, haar de borsten amputeren, haar de benen vermorzelen en dan, vanwege het opzettelijk toebrengen van lichamelijk letsel aan een onschuldige, zelf voor enige jaren de gevangenis in gaan. Hebt u dat er voor over, moeder?
Ik zal me niet verwaardigen hierop te antwoorden.
| |
| |
Ik verwacht geen antwoord, waarde moeder. Mijn vraag was een rhetorische vraag. Het ligt in de menselijke natuur liever de handen in onschuld te wassen, dan het letsel eigenhandig toe te brengen. Het is verstandiger het vernietigen van haar jeugd en schoonheid over te laten aan boer van der Leeuw.
Ik spreek in parabelen, dominee. Want welk letsel zou haar jeugd en schoonheid kunnen vernietigen? Wij weten immers dat schoonheid onvernietigbaar is. Denk aan de Venus van Milo. Doet het afbreuk aan haar schoonheid dat haar armen stompen zijn? Zelfs al zouden wij ons dierbaar protegee-tje een arm afkappen, haar schouder brandmerken en haar benen vermorzelen dan nog zou er voldoende van haar schoonheid overblijven om de zielerust van onze kleine charitabele gemeenschap te verstoren. Een enkel oor van haar zou voldoende zijn om al onze huwbare dochters in de schaduw te stellen van haar schoonheid. Het is onbegonnen werk schoonheid te willen vernietigen.
Wij dwalen af van ons onderwerp, dokter.
Inderdaad, dominee. Als ik me niet vergis was het onderwerp van de agenda: het welzijn van ons protegee-tje. Inderdaad daarvan zijn wij wel heel ver afgedwaald.
Dokter, ik waarschuw u opnieuw: u gaat te ver.
Woorden leiden tot woorden, dominee. Voor men het weet, gaat men in woorden te ver. Wie van ons heeft niet ervaren dat woorden hem meesleepten naar gebieden die liever niet betreden moesten worden.... Maar stel u gerust, dominee, zolang het bij woorden blijft, is er geen gevaar. Bent u niet bang dat boer van der Leeuw, die niet een man van woorden is maar van daden, verder zal gaan dan ik?
Ik begrijp u niet, dokter. Boer van der Leeuw is een rechtschapen mens. De vorige huishoudster van boer van der Leeuw heeft een best leven bij hem gehad. Zij werd door hem behandeld als zijn gelijke. Ik zie niet in waarom hij ons protegee-tje anders zou behandelen.
| |
| |
De moeder van het weeshuis heeft hem met ons protegee-tje geconfronteerd. Zij zei: het was hem aan te zien dat hij zich onmiddellijk tot haar voelde aangetrokken. Hij heeft niet vergeten dat zijn vrouw in het kraambed van zijn dochtertje is gestorven en dat dat dochtertje, waarnaar hij, zoals iedere man, met verlangen had uitgezien, haar moeder kort daarna in de dood is gevolgd. Hij zal ons protegee-tje liefhebben als een dochter. Zij zal voor hem de vreugd zijn van zijn oude dag en hij zal voor haar de vader zijn die zij nooit heeft gekend of althans heeft vergeten. Boer van der Leeuw is een welgesteld man, een van de rijkste boeren uit de omtrek. In zijn huis zal het haar aan niets ontbreken. In zijn huis zal ze onder bescherming staan van zijn vaderlijke genegenheid, van zijn geld, van zijn goede naam en van het respect dat hij, als ouderling, aan de kerk en aan de christelijke beginselen toedraagt.
Het klinkt hoopvol maar hoop is een verraderlijk leidsman.
Wij mensen kunnen niet meer doen dan hopen en vertrouwen.
Inplaats van de paarlen hoopvol voor de zwijnen te werpen, kan men ook de paarlen niet voor de zwijnen werpen.
Ik begrijp u niet, dokter. We mogen dankbaar zijn dat deze kans zich heeft voorgedaan. Niemand anders heeft zich bereid verklaard haar in huis te nemen en de fondsen onzer liefdadigheidsinstellingen zijn helaas beperkt. Uit de aard der zaak is het een risico haar in huis te nemen. Het instinct van de vrouwen in onze gemeenschap is: het gezin te beschermen. Wij kunnen het de moeders van onze gezinnen niet euvel duiden dat zij liever geen risico nemen. Maar aangezien u zoveel belang in haar stelt, dokter, verbaast het me eerlijk gezegd, dat u zelf niet hebt aangeboden haar in huis te nemen.
Ik heb het aan mijn vrouw voorgesteld, dominee. Ik had niets liever gedaan. Maar mijn vrouw heeft geweigerd. Ik hoef het niet onder stoelen en banken te steken dat bij mij in huis mijn vrouw te scepter zwaait.
| |
| |
Iedereen in deze gemeente weet, dat de dokter een dronkelap was voor hij trouwde; dat zijn vrouw zijn schulden heeft betaald en hem van de schande van een verblijf in het huis van bewaring, heeft gered. Iedereen weet dat ik een treurige figuur ben die thuis niets heeft in te brengen. Ik hoef er geen doekjes om te winden. Ik ben zozeer gewend aan de belachelijkheid mijner situatie, dat ik mij er nauwelijks meer voor schaam. Ik had niets liever gedaan dan ons ‘dierbaar protegee-tje’ bij mij in huis nemen maar mijn vrouw heeft het verhinderd. Zij meent het beter te weten dan ik en iemand die meent het beter te weten, weet het altijd beter dan iemand, zoals ik, die nooit precies weet wat hij meent.
Het doet me genoegen, dokter, te horen dat u haar graag bij u in huis hadt willen nemen. Om u de waarheid te zeggen, ik heb daar zelf ook over gedacht. Zoals u, ben ook ik gezwicht voor het inzicht van mijn vrouw. En ik meen dat er meer huisvaders in onze gemeente zijn die bereid waren haar in huis te nemen en die, als u en ik, zich door hun vrouwen daarvan hebben laten weerhouden. Het is begrijpelijk dat wij mannen, die de erfgenamen en handhavers zijn der culturele waarden, méér dan onze vrouwen geneigd zijn in een schoon lichaam een schone ziel te vermoeden en de natuurlijke behoefte gevoelen alles wat schoon is, onze belangstelling te geven. Het strekt ons tot eer dat wij begaan waren met haar lot en haar graag profijt wilden laten trekken van onze persoonlijke invloedssfeer. Maar ook is het goed dat onze vrouwen ons dat hebben verhinderd. Want hoe sterker onze culturele persoonlijkheid is, hoe gemakkelijker we geneigd zijn te vergeten dat niet het lot van de enkeling maar dat van de gemeenschap voor alles heilig is en op grond daarvan voorrang heeft. Laat ons dankbaar zijn dat onze vrouwen ons eraan herinneren dat de bescherming van het gezin de allereerste plicht is der christelijke naastenliefde. Dokter, u bent niet de enige die zwicht voor zijn vrouw. En beschouw het zwichten voor uw vrouw niet als zwakheid maar als een daad van zelfbehoud. De man die zwicht voor het inzicht van
| |
| |
zijn vrouw, zwicht voor de gemeenschap, waaruit hij tenslotte immers al zijn kracht ontvangt. Het inzicht van de gemeenschap is heilig. Vox populi vox dei. En dit voert ons terug tot het voorstel van onze geëerde regentes. Want heeft onze vergadering zich zoeven niet met meerderheid van stemmen voor dat bewuste voorstel verklaard? De vox populi heeft uitspraak gedaan. In feite is dus de discussie over boer van der Leeuw een zinloos nakaarten. Laat ons daarom dus nu over gaan tot het volgende punt van de agenda: de naam waaronder ons protegee-tje in onze geloofsgemeenschap zal worden opgenomen. Want, waarde vrienden, het kind moet een naam hebben, zoals de volksmond zegt. Zolang ik geen naam heb, kan ik haar niet dopen. Welke naam zou onze geëerde regentes voorstellen?
Mij dunkt, dominee, (en ik denk niet dat de dokter daar iets op aan te merken kan hebben) dat we haar een naam moeten geven die zo min mogelijk de aandacht trekt. Men draagt een naam zijn gehele leven met zich mee. Een buitenissige naam kan een bron van verdriet zijn. Een naam die de aandacht trekt, lokt commentaar uit, commentaar die meestal niet welwillend is. Ik spreek hier uit ervaring. Als er onder mijn verwaarloosde kinderen een is, die het ongeluk heeft een bijzondere naam te dragen, dan heeft dat kind geen leven. In het belang van ons dierbaar protegee-tje stel ik voor haar kortweg ‘Jans’ te noemen.
Onze geëerde regentes is van ons allen ongetwijfeld degene die op dit gebied de meeste ervaring heeft. Beter dan een van ons kan zij beoordelen aan welke kwetsingen de paria bloot staat. Daarom stel ik voor dat wij ons eendrachtig rond de naam ‘Jans’ scharen. Het is een naam die zeker niet opvalt. Men zou zelts kunnen zeggen dat het nauwelijks een naam is zo ongemerkt rolt hij van de lippen. Heeft iemand bezwaar tegen de naam ‘Jans’?
Dominee moet niet denken dat ik iets tegen de naam Jans heb. Het is een onopvallende, alleszins respectabele naam. Tegen de naam zelf heb ik niets maar
| |
| |
het toeval wil dat ik zelf Jans heet en dominee moet het me ten goede houden maar het zou in het weeshuis afbreuk aan mijn waardigheid kunnen doen als dominee, door haar met de naam Jans te dopen, haar als het ware op een lijn stelde met mij.
De moeder heeft gelijk. Haar verantwoordelijke positie laat niet toe dat wij haar in één adem noemen met ons protegee-tje. Welke naam stelt onze gewaardeerde moeder voor?
De naam Marie zou niet slecht zijn. Ik geef toe dat de naam Marie misschien te Hollands klinkt. Iedereen die haar ontmoet ziet dadelijk dat ze niet Hollands is. Met een te Hollandse naam zal iedereen zich afvragen hoe ze aan die naam komt. Dat geeft maar aanleiding tot nieuwsgierigheid en uitvragen. Daarom geloof ik dat Maria beter is. Ofschoon goed Hollands als naam, zit er toch iets in dat in overeenstemming is met haar buitenlandse verschijning.
Inderdaad zou Maria een mooie naam voor haar zijn, maar het is helaas een naam die ontleend is aan de heilige maagd. Ik wens in geen enkel opzicht de gevoelens te kwetsen van onze rooms-katholieke medeingezetenen, temeer daar wij ons protegee-tje op enigszins slinkse wijze aan de katholieke kerk afhandig hebben gemaakt. Nee, Maria kunnen we haar niet noemen.
Wat denkt dominee van Johanna?
Een mooie naam, een prachtige naam inderdaad. Ongelukkigerwijs is het de naam van mijn vrouw. Ik ben bang dat zij het mij niet zal vergeven als ik ons protegee-tje Johanna doop. We meenden dat het zo eenvoudig zou zijn een naam voor haar te bedenken maar als puntje bij paaltje komt, is het bedenken van een naam geen gemakkelijke opgave wanneer de betreffende persoon buiten enig familie-verband staat. Kenden wij haar familie, dan zou het heel wat gemakkelijker zijn een naam voor haar te bedenken.
Als wij haar familie kenden dan zou het waarschijnlijk niet aan òns worden gevraagd een naam voor haar te bedenken.
| |
| |
De dokter heeft gelijk. Ik vraag me af of willekeurige vreemden wel in staat zijn een naam aan iemand te geven. Het komt me voor dat namen nauw verband houden met het begrip familie. Een naam is niet zo maar een willekeurig aantal letters. Mijn vrouw heeft haar naam van haar grootmoeder van vaderszijde. Ik dank mijn naam aan mijn grootvader van moederszijde, die ook predikant was. Een naam houdt een traditie in en meer dan een traditie, ook een bestemming. Door de namen die zij geeft, houdt de familie haar traditie in stand en bewerkt zij haar evolutie.
Ik zou hier liever van specialisatie spreken, dominee, dan van evolutie.
Is specialisatie niet een belangrijke factor in het evolutieproces, dokter?
Een factor, dominee, zoals u zegt, maar niet meer dan een factor. En een factor die, biologisch gesproken, dikwijls de deur sluit voor verdere evolutie. Denk aan de mieren en de bijen.
Ik heb u al eerder gezegd, dokter, dat wij hier niet zijn bijeengekomen om biologische onderwerpen te bespreken. Het is zeer goed mogelijk dat ik mij heb bezondigd aan een biologische onjuistheid. Maar ik ben dan ook geen bioloog. Het evolutieproces dat mijn belangstelling heeft ligt op een ander gebied dan dat der mieren en der bijen. Ik interesseer me meer in het bijzonder voor het evolutieproces van de vruchten die zijn voortgekomen uit de boom der kennis van goed en kwaad. Maar laat ons niet opnieuw afdwalen. Als wij maar enigszins wisten uit welke laag der maatschappij ons protegee-tje is voortgekomen en van welke preliminaire invloeden zij het product is, zouden wij zeker een naam voor haar kunnen vinden die haar tot hulp en steun zou zijn. Ik vraag me af door welke overwegingen de primitieve volkeren zich laten leiden bij het geven van een naam.
Ik weet wel dat het bij zekere primitieve stammen gebruik is de naam te laten vaststellen door een ziener.
| |
| |
Heel interessant, dokter. Het getuigt van bijzonder zuiver inzicht een ziener (dus een geestelijke leider) de naam te laten bepalen.
Ik moet er aan toevoegen, dominee, dat bij de betreffende primitieve stammen diegenen, die christelijk gedoopt zijn, zo goed als geen waarde hechten aan de christelijke doopnaam maar alleen de naam die hun door de ziener is gegeven, als hun waarachtige naam voelen. De doopnaam wordt bij die primitieve stammen enigszins beschouwd zoals wij het nummer van een identiteitskaart of paspoort beschouwen.
Wat wenst u te insinueren dokter?
Wat zou ik kunnen insinueren, dominee? Hebt u zelf niet gezegd dat die primitieve stammen van een bijzonder zuiver inzicht blijk geven? Wellicht hebben zij het bij het rechte eind. Wellicht is de doopnaam niet belangrijk. Mijn doopnaam is Johan-Ferdinand. Wanneer iemand mij aanspreekt met die naam, valt er een ijzeren gordijn tussen mij en die persoon. Dat ijzeren gordijn is natuurlijk noch een gordijn, noch is het van ijzer. Het is van de wazige materie waarin de schimmen van het verleden zich manifesteren. Men kan die schimmen ook de horden der voorvaderen noemen. Hun wazige aanwezigheid werkt op mij als een veto. Vandaar dat ik van een ijzeren gordijn spreek. Zodra de naam Johan-Ferdinand wordt uitgesproken, voel ik mij uitgeschakeld en alsof mij het zwijgen wordt opgelegd. In mijn diensttijd had ik een slapie die mij (ik weet nog steeds niet waarom) Kink noemde. Wanneer iemand mij aanspreekt met de naam Kink, kan hij alles van mij gedaan krijgen. Ik heb mijn vrouw verzocht (en ik kan wel zeggen, gesmeekt) mij Kink te noemen maar zij vond dat geen naam. Zij heeft mij altijd Ferdinand genoemd. Ik wijt daar de debacle van ons huwelijk aan. De jongen die mij de naam Kink heeft gegeven was een ziener.
Zeer interessant, dokter, wat u daar vertelt. Maar waar wilt u heen? Meent u misschien een betere naam voor ons protegee-tje te kunnen bedenken dan wij?
Ik ben geen ziener, dominee. Maar aangezien ons
| |
| |
protegee-tje het geluk heeft geen voorzaten te bezitten of althans niet door de schimmen van het verleden te worden gekweld en aangezien zij daardoor het geluk heeft zich niet op een bepaalde sport van de maatschappelijke ladder in evenwicht te hoeven houden, zou ik willen voorstellen haar een naam te geven die in geen enkel opzicht schade kan doen aan het uitzonderlijk privilege van haar unieke situatie.
Ik kan u niet volgen, dokter.
Hier is een mensenkind, dominee, dat het unieke privilege geniet de staat der volwassenheid te hebben bereikt zonder aan handen en voeten gebonden te zijn door de tranen van een moeder, de verwijten van een vader, de geringschatting van een familie, de eer van een familienaam, het voorbeeld van een familie-lid waaraan de doopnaam is ontleend. Hier is een mensenkind, dominee, dat ‘gelijk de kinderkens’, de wereld met onbevangen ogen tegenover kan staan; dat nog keuze heeft; dat nog de mogelijkheid heeft de nieuwe wijn van zijn nieuwe persoonlijkheid in nieuwe vaten te schenken. Laat ons niet de fout begaan, dominee, dit nieuwe mensenkind in het oude vat gevangen te zetten of haar vast te klinken aan die trieste ladder op welker sporten geen van ons zich volkomen behagelijk voelt. Laten wij haar een naam geven zonder verleden, zonder associaties aan godsdienst of moraal, aan rang, klas of nationaliteit. Laat ons haar een naam geven die niet anders is dan de simpele aanduiding van hetgeen ieder, die met haar in aanraking komt, onmiddellijk waarneemt, n.l. dat ze mooi is. Laat ons haar Bella noemen.
Is Bella niet een hondennaam, dokter?
De hondennaam is Bello, geachte moeder. Bella is een meisjesnaam, zelfs een gangbare meisjesnaam maar misschien zelden zo met reden toegepast als in dit geval.
Ik moet toegeven dat de naam Bella een vondst is. Maar bestaat er geen kans dat die naam een ongewenste uitwerking zal hebben op ons protegee-tje? Ik bedoel, zal die naam haar niet ijdel maken? Riskeren
| |
| |
wij niet, door haar Bella te noemen dat wij haar gedachten leiden in een richting die niet alleen voor haar zelf maar ook voor anderen, fataal kan worden? U moet niet vergeten, dokter, dat zij de achtergrond mist waaruit de normale mens in zijn momenten van zwakheid, zijn kracht tot zelfbeheersing put. De kennis van goed en kwaad die ik getracht heb in haar te zaaien, heeft nog maar nauwelijks wortel geschoten en u en ik weten alletwee dat de deugd der kuisheid slechts daar bloeit waar de kennis van goed en kwaad zeer diep is geworteld. Haar bewust te maken van haar lichamelijke schoonheid, lijkt mij gevaarlijk, dokter.
Behalve haar schoonheid bezit ze niets waarmee zij respect kan afdwingen. Behalve haar schoonheid bezit ze geen enkel wapen. Het lijkt me minder gevaarlijk, dominee, haar bewust te maken van de wapens die ze bezit, dan haar ongewapend over te leveren aan een oude bok als van der Leeuw.
Ik verbied u, dokter, op een dergelijke toon over een respectabele ouderling te spreken. Laat ons dankbaar zijn dat zij zich niet bewust is van het wapen dat ze bezit. Schoonheid, dokter, is een ontuchtig wapen.
En ik verbied u, dominee, schoonheid en ontucht te identificeren. Bella's gratie is de enige echte parel in de tiara van jonkvrouwelijke deugden waarop onze gemeenschap zich beroemt. En ik moet met lede ogen toezien dat die parel door u voor de zwijnen wordt geworpen. Als ik een man was, zou ik het u verhinderen en haar bij mij in huis nemen. Maar ik ben een armzalige lafaard die het niet waagt zijn vrouw te dwarsbomen. Ik kan niets voor haar doen dan haar duidelijk maken dat de natuur haar een parel van grote waarde heeft meegegeven. Wat zij met die parel wenst te doen, gaat noch u, noch mij iets aan. Maar bij Jupiter, dominee, zij zal weten dat die parel geen voedsel voor zwijnen is. Zij zal weten wat die parel waard is.
Dokter u praat uw mond voorbij. U schijnt te vergeten dat er dames aanwezig zijn.
Wij kennen de dokter, dominee. We weten dat
| |
| |
de dokter dikwijls zijn mond voorbij praat. Maar blaffende honden bijten niet en wat niet voor onze oren geschikt is, zijn we wel zo verstandig niet te horen. Als de dokter graag wil dat we haar de naam Bella geven, dan doen we dat met plezier. Wel te verstaan moet de dokter dan alle verantwoording op zich nemen voor de gevolgen ervan. Wij wassen onze handen in onschuld.
Gaat u daarmee accoord, dokter? Aangezien het mij voorkomt dat deze zitting al veel langer heeft geduurd dan wij ons hadden voorgesteld en aangezien ik niet geloof dat verdere deliberaties beter resultaat zullen opleveren, stel ik voor dat wij ons protegee-tje de naam Bella geven en de zitting opheffen. Het doopmaal zal plaatsvinden ten huize van de dokter, die als peetvader over haar ten doop zal staan. Heeft de dokter nog iets te zeggen?
Ik heb niets meer te zeggen, dominee. Ik constateer met vreugde dat u met evenveel ongeduld naar uw borrel uitziet als ik. Ik hoop alleen van harte dat u geen schadelijke gevolgen zult ondervinden van de doop. Tenslotte weten wij niet of zij niet reeds onder de bescherming staat van een andere god of van andere goden. Het zou moeilijkheden kunnen geven als u zich, door haar te dopen, de toorn van andere goden op de hals zoudt halen.
Dat mag voor een predikant geen overweging zijn om niet te dopen, dokter. Ik ben mij bewust van mijn christenplicht en volkomen bewust van de verantwoording die ik op mij neem. Het is de christelijke kerk eigen tegen andere goden ten strijde te trekken. Ik zou bijna zeggen: daar draait een christen zijn hand niet voor om.
U neemt mij een pak van het hart, dominee. Uit de aard der zaak kom ik minder met andere goden in aanraking dan u. Mijn ervaring op het gebied van andere goden beperkt zich, ik kan wel zeggen uitsluitend, tot de bittere ervaringen die ik heb opgedaan in mijn omgang met ons beider kwelduivel: de oude schelm Silenus. De jarenlange strijd die ik met hem heb gevoerd
| |
| |
is tot op heden onbeslist gebleven. Ik maak er mij dikwijls bezorgd over of hij het op den duur niet van u en mij zal winnen. Ik heb mij zelfs wel eens afgevraagd of hij het met reeds gewonnen had. Maar uw bemoedigende woorden steken mij een hart onder de riem. Als u, heb ik reeds enkele malen op mijn horloge gekeken. Als voor u is voor mij half zes het fatale uur waarop de oude schelm ons dagelijks de handschoen toewerpt. Zonder uw bemoedigende woorden, zou ik waarschijnlijk hebben getracht de zitting te verlengen om mijzelf te verhinderen de handschoen op te nemen. Maar nu kunnen wij met een gerust hart de zitting opheffen en zonder de minste vrees ons opnieuw met hem in het strijdperk wagen.
Ik begrijp niet wat u bedoelt, dokter.
Ik heb de hoop, begrepen te worden, reeds lang opgegeven, dominee. Ik herinner mij nog heel duidelijk dat er een tijd geweest is waarin ik oprecht dacht dat de schepper ons de gave van het woord had meegegeven opdat wij elkander zouden begrijpen maar ik was toen nog erg jong en het is de jeugd niet kwalijk te nemen dat zij vergissingen maakt. In later jaren ben ik tot het inzicht gekomen dat de schepper zich niet om de individu bekommert maar alleen om de soort. Ik geloof nu niet meer, dominee, zoals ik dat in mijn jeugd deed, dat spraak de individuen voor elkander begrijpbaar maakt. Ik beschouw de spraak nu als een middel tot zelfverdediging van de soort. Door de spraak is de menselijke soort in staat zich een gemeenschappelijk arsenaal van kennis te verwerven waaruit hij naar hartelust de wapens putten kan die hij behoeft om zich in de strijd om het bestaan staande te houden. De spraak heeft geleid tot het bestrijden van ziekten, tot het bouwen van spoorwegen, tot het conserveren van levensmiddelen, tot staatsinrichting, tot het stichten van kerken, etc. De spraak stelt de menselijke soort in staat zich als een paddestoel verder en verder over het universum uit te breiden maar ze helpt dc individu niet zich verstaanbaar te maken aan zijn naaste. Ik zou bijna zeggen, integendeel.
| |
| |
De gave van het woord heeft ons in staat gesteld ons protegee-tje bij boer van der Leeuw uit te besteden en een naam voor haar te bedenken. De gave van het woord stelt u in staat haar te dopen. Maar de gave van het woord zal noch u en mij, noch ons en Bella iets begrijpelijker voor elkaar maken. U begrijpt mij niet, dominee, en ik begrijp u niet. Wij tasten volkomen in het donker omtrent elkaars bedoelingen. Maar een ding begrijpen wij van elkaar. Om half zes horen wij beiden de lokroep van Silenus. Iedere dag om halfzes barst in ons binnenste de strijd los tussen christen en heiden. Iedere dag om halfzes wint de heiden het van onze goede christelijke bedoelingen. Om half zes iedere dag, begrijpen wij elkaar. Het is nu kwart voor zes, dominee. Op dit ogenblik zijn wij elkaar zeer nabij. Laat ons elkaar de hand schudden. Laat ons de zitting opheffen en uit elkaar gaan op dit unieke moment van de dag waarop u en ik elkaar begrijpen.
Dokter, ik herhaal: ik weet niet waar u het over heeft. Maar dat lijkt mij geen reden om u niet de hand te schudden. Het zal mij een vreugde zijn u in de kerk te zien tijdens de doopplechtigheid. Het komt niet dikwijls voor dat ik u daar zie. En wat het doopmaal betreft.... daarover maak ik mij geen zorgen. Heeft de vrouw van de dokter niet de naam een volmaakte gastvrouw te zijn....? Dames, de zitting is opgeheven.
[wordt vervolgd]
|
|