c. 2 squadrons verkenningsvliegtuigen en een aantal transportvliegtuigen,
d. een aantal lesvliegtuigen.
In 1939 werden grote orders voor verscheidene soorten geschut in Europa geplaatst. Ten gevolge van het uitbreken van de oorlog en de val van Nederland werden deze orders niet uitgevoerd.
In 1940 en 1941 werden grote hoeveelheden oorlogsmateriaal (Mitchell bommenwerpers, duikbommenwerpers, gevechtsvliegtuigen, tanks, kanonnen enz.) in de Ver. Staten besteld. Ten gevolge van diverse omstandigheden kon dit materiaal echter niet op tijd geleverd worden.
Daarom is onze conclusie dat de wil om de verdediging van NederlandschIndië te versterken aanwezig was, maar dat er geen nationale oorlogsindustrie bestond en dat de industrie der gealliëerde landen niet in staat was om het bestelde materiaal op tijd te leveren. Toen dan ook de Nederlansche Regering op 8 December 1941 de oorlog aan Japan verklaarde was de sterkte van het Nederlandsch-Indische leger gering zowel in aantal als in bewapening. Op de dag dat Japan Malakka en Hawaii aanviel gaf de Opperbevelhebber van Het K.N.I.L. orders om ongeveer de helft van de bommenwerpers van het K.N.I.L. naar Malakka te zenden om de Britsche bondgenoten te helpen. Ten gevolge van ongunstig weer konden die vliegtuigen eerst de daarop volgende dag vertrekken.
In het midden van December werd een squadron gevechtsvliegtuigen ter beschikking van de Engelsen in Malakka gesteld. Verder waren enige bommenwerpers gestationeerd nabij Pontianak in N.W. Borneo en gesteld onder commando van Singapore teneinde in samenwerking met de Engelsen de aanval op het Britsche gedeelte van Borneo en Serawak af te slaan.
Vóór de val van Singapore en Noord Borneo werd het overgebleven gedeelte van die Nederlandsch-Indische vliegtuigen op tijd teruggetrokken naar Sumatra en Java.
Op 10 Januari 1942 landden sterke Japanse strijdkrachten op het olie-eiland Tarakan (Borneo). De taak der N.I. troepen die belast waren met de verdediging van Tarakan, was den vijand zolang mogelijk tegen te houden zodat een grondige vernieling van de olie-installaties en de oliebronnen kon worden uitgevoerd. De N.I. strijdkrachten slaagden volledig in hun opdracht tot grote woede van de Japanners die gehoopt hadden de olievelden intact te bemachtigen. De vijand leed ernstige verliezen tijdens deze actie. Om de vernieling van de olie-installaties te Balikpapan, gelegen verder Zuid aan de Oostkust van Borneo te voorkomen, zond de Japanse Commandant te Tarakan 'n ultimatum aan de troepen te Balikpapan. In dit ultimatum dreigde hij alle Nederlanders te zullen doden indien zij voortgingen met de vernietiging van de olie-installaties.
Gelijk met de aanval op Tarakan landden sterke Japanse strijdkrachten op 3 punten in de Minahassa (N.O. Celebes) waar ook parachutisten neergelaten werden.
Het kleine aantal troepen dat daar gelegerd was, was gedwongen zich in de binnenlanden van Celebes terug te trekken.
Op 24 Januari landen sterke Japanse strijdkrachten bij Balikpapan. Evenals te Tarakan waren de olie-installaties en de bronnen grondig en op tijd vernield.
Spoedig was het kleine aantal troepen hier omsingeld. De Commandant met een gedeelte van zijn troepen slaagden er evenwel in om uit te breken en zich naar de oerwouden terug te trekken.
Terzelfdertijd landden de Japanners nabij het vliegveld Kendari in Celebes.
Een lang verzet tegen den veel talrijker vijand was onmogelijk en het kleine garnizoen was gedwongen om het vliegveld te verlaten.
Op 20 Januari werd het kleine Ambon