Lutherse Bijbel (1648)
(2009)–Anoniem Lutherse bijbel (1648)– Auteursrechtelijk beschermdIs eene danck-segginge voor de uyt-breydinge des heyligen Euangeliums, onder de Heydenen, ende dat in twee deelen: I. D’ in-houdt. II. Bewijs, door eene vertellinge der goddelijcke weldaden in Christi Rijck. | |
[Folio 259r]
| |
Hallelu-ja. | |
2Israël verheuge sich des geenen die Hem gemaeckt heeft: Ga naar margenoot+ de kinderen Zions zijn vrolick over haren Koninck. | |
3Sy sullen loven sijnen Naem in reyen; Ga naar margenoot+ met trommelen ende harpen sullen sy Hem spelen. | |
II.4WAnt de HEERE heeft een wel-behagen aen sijn volck: Hy helpt de ellendige heerlijck. | |
5De Heyligen sullen vrolijck zijn, ende prijsen, ende roemen op hare legers. | |
6Haer mont sal Godt verhoogen; ende sullen scherpe sweerden in hare handen hebben: | |
7Dat sy wrake oeffenen onder de Heydenen; straffe onder de volcken: | |
8Om hare Koningen te binden met ketenen; ende hare edelen met ysere boeyen. | |
9Dat sy hen doen het recht, waer van geschreven staet: Ga naar margenoot+ Sulcke eere sullen alle sijne Heyligen hebben. Hallelu-ja. |