Lutherse Bijbel (1648)
(2009)–Anoniem Lutherse bijbel (1648)– Auteursrechtelijk beschermdHandelt van de Overheyt, in drie deelen: I. So scheldt Godt de onrechtveerdige Regenten. II. So beveelt Hy hen, dat sy de gerechtigheyt sullen hant-haven, ende dreygt de godt-loosen te straffen. III. Een gebedt om goede Regenten. Een Psalm Assaphs. | |
2Hoe lange wilt ghy-lieden onrecht richten, Ga naar margenoot+ ende den persoon der godt-loosen voor-trecken? Sela! | |
II.3DOet recht den armen, Ga naar margenoot+ ende den weese: ende helpet den ellendigen ende behoeftigen ten rechte. | |
5Maer sy en laten hen niet geseggen, ende en achten ’t niet; sy gaen altoos henen in de duysternisse: Ga naar margenoot+ daerom moeten alle gront-vesten des lants vallen. | |
III.8GOdt, maeckt u op, ende richtt het lant: want Ghy zijt een Erf-heere over alle Heydenen. |
|