De lustige nachtegaal
(ca. 1800)–Anoniem Lustige nachtegaal, De– Auteursrechtvrij
[pagina 70]
| |
Wijze: Gelijk de schoone bloemtjes kwijnen.
1.
Maak staat eens op Soldaten-praatjes,
Bij lang na vullen zij geen gaatjes,
Flip noemde mij zijn lust, zijn lief,
En uit het kamp schreef hij me een' brief.
2.
Hij zou mij niet of nooit begeven,
De brief was met zijn bloed geschreven,
'k Denk nog, hoe hij dien brief besloot;
Uw Flip getrouw tot in den dood.
3.
'k Was grootsch er op, ik wil 't wel weten.
Maar gisteren bij Kaa gezeten;
Liet ik dien brief haar zien. Maar ach!
Zij haalde er ook een voor den dag.
4
Flip had Kaa ook een brief geschreven
Ook met zijn bloed. 'k Begon te beven
Van nijdigheid, ik vloekte, ik kreet,
Daar 'k zijn gekrabbel van mij smeet.
5.
Maar 'k raapte 't op, en t'huis gekomen
Heb ik zijn katteschrift genomen,
| |
[pagina 71]
| |
En, op den karel fel gesteurd,
't Aan duizend brokken stuk gescheurd.
6.
En durft Flip ooit weer bij mij komen,
Dan zal hij van den drommel droomen,
Dien valschen Iudas van een vent,
Maak ik dan heel de buurt bekend.
7.
Ia komt hij hier, dan mag hij beven,
'k Zal 't antwoord op zijn' brief dan geven;
Maar hij zal kijken als een gek;
k' Zet vijf paar nagels op zijn bek.
|
|