De lustige nachtegaal
(ca. 1800)–Anoniem Lustige nachtegaal, De– AuteursrechtvrijStem: Laatstmaal als ik lag en sliep.
1.
'k Zing gedreven door de min,
't Schoon van mijne zielsvriendin,
Ia, ja, Mietje ja,
Zing dit liedje, lieve Mietje,
Ia, ja, Mietje ja,
Zing het mij uit liefde na.
2.
Zie ik ook uw schoone geest,
Op uw aangename leest,
Dan, dan, Mietje dan,
| |
[pagina 43]
| |
Voor verrukking, voel ik drukking,
Dan, dan, Mietje dan,
Roep ik; ach was ik haar man!
3.
's Avonds als den dageraad,
Is verdwenen vroeg en laat,
Lief, lief, Mietje lief,
O! dan spreek ik, ô! dan smeek ik,
Lief, lief, Mietje lief,
Van en om u harten dief.
4.
'k Roep dan vaak, ô! groote goon,
O wat staan die oogen schoon!
Ach! ach! Mietje ach!
'k Ben gevangen, door 't verlangen,
Ach! ach! Mietje ach!
Dat ik u bezitten mag.
5.
Neus en mond en koon en kin,
Alles stond verrukking in,
Hart, hand, voet en tand,
Even netjes, en de tretjes,
Zoo, zoo, ô! ô!
'k Vondze aan geen schoonheid zoo.
6.
Geef mij nu een lieve kus,
O! gij weet dat ik hem lust,
Mie, Mie, lieve Mie,
Hoor mijn toone, lieve schoone,
Mie, Mie, lieve Mie,
Buiten u bemin ik niet.
| |
[pagina 44]
| |
Meisje lief! geloof het vrij,
Dat uw vriend, hoe het ook zij,
Schreit, schreit, dikwijls schreit,
Bij de stormen, die er wormen,
Schreit, schreit, dikwijls schreit,
Als hij 's avonds van u scheidt.
|
|