De lustige nachtegaal
(ca. 1800)–Anoniem Lustige nachtegaal, De– Auteursrechtvrij
[pagina 35]
| |
Op een aangename wijs.
1.
Als Annette haar minneklagten,
Laatstmaal aan haar Moeder dee,
Hoe zij met Kolijn de nachten,
Doorbragt in de minnevree,
Dan kwam haar de Moeder vragen;
Annette! hoe hebt gij zoo'n bestaan?
Gij zijt in het bloeijen van uw jaren,
Kindje! kindje lief! wat hebt gij gedaan? bis.
2.
Moeder lief! ik was wel te vreden,
Als ik bij mijn Minnaar was,
Hij wilde mij zijn trouwtje geven,
En toen was ik wel te pas,
Dan kwam haar de Moeder vragen,
Annette! heeft hij u niets misdaan?
Ik zal het wel zien in volgende dagen,
Kindje! kindje lief! wat hebt gij gedaan? bis.
3.
Moeder lief! al in zijn armen,
Rustte ik den ganschen nacht,
Hij kwam mijn jong hart verwarmen,
Ik voelde vreugde onverwacht,
| |
[pagina 36]
| |
Dan kwam haar de Moeder vragen,
Annette! hoe is u de nacht vergaan?
Ik zal het wel zien in volgende dagen,
Kindje! kindje lief! al wat hij heeft gedaan. bis.
4.
Voor 't laatst, Moeder! laat ons leven,
Want onze harten zijn verknocht,
Hij kwam mij zijn min te geven,
En toen heeft hij mij iets verzocht,
Dan kwam haar de Moeder vragen,
Annette! heeft hij uw lust voldaan?
Leeft dan in vrede in deze dagen,
Kindje! kindje lief! ik heb het ook gedaan. bis.
|
|