Portfolio Esther Polak
tong, v (m.) (-en) - duidt als menselijk spraakorgaan ook vaak de spraak of de taal zelf aan. ‘Velen zijn gevallen door een scherp zwaard maar nog veel meer zijn gevallen door de tong’ (Jezus Sirach, 28:18). De tong zou daarmee meer met het geestelijke dan met het lichamelijke in verband gebracht kunnen worden, ware het niet dat de tong het gereedschap is van de kus en voertuig van de smaak. Juist aan tafel komt die ambivalentie tot een hoogtepunt, taal en voedsel vechten om de gunsten van de tong.
hand, v. (m.) (-en) - lichaamsdeel met grote symbolische lading. De hand staat voor macht, daadkracht en agressie. De hand grijpt, knijpt en mept. Het is mogelijk de hand aan zichzelf te slaan. De hand is ook symbool van verzoening en verbondenheid, iemand de hand reiken, de hand vragen. Het is mogelijk de handen in onschuld te wassen. Aan tafel worden de handen sterk aan banden gelegd: zie bestek.
bestek, o. (-ken) - functioneert aan tafel als intermediair tussen hand en tong. Het wapengekletter is daarbij reeds van verre hoorbaar. Het gebruik van bestek om de woorden kracht bij te zetten (zwaaien, in de lucht prikken, op tafel trommelen) wordt als zeer ongemanierd ervaren. Mes, vork en lepel hebben in het spanningsveld tussen wraak en verzoening ieder hun eigen subtiele symbolische betekenis.
Esther Polak, v. - zag de beeldende kunst als ideale plek om strijd te leveren met de wereld en haar bewoners. Toen zij echter in 1984 onverwacht gelukkig bleek te zijn geworden, had dat een artistieke crisis tot gevolg. Een periode van intense verzoening en een gelouterd kunstenaarschap waren het resultaat. Haar voorkeur gaat uit naar een kruimige aardappel, veel groente en vlees van de scharrefslager. De aardappel dient daarbij niet met het mes te worden gsneden, maar voorzichtig met de vork in stukjes te worden gedeeld.