Lust en Gratie. Jaargang 16(1999-2000)– [tijdschrift] Lust en Gratie– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 28] [p. 28] Sonja Pos De sprakeloze Nu je in de nacht verwilderd opstaat, je huis uitsluipt, schichtig omziend of niemand je neerschiet, de heuvels inholt naar die plek herkenbaar aan de beschimmelde rode sportschoen tussen de struiken, met nagels zwart van eigen modder in de grond graaft, deel na deel uit de bodem tilt - het valt nog tegen hoe zwaar - en dan stt, zetje het hoofd weer op de romp, links en rechts de armen en benen, je vergeet de handen niet met alle vingers eraan, geen nagel meer beschadigend. Waar is de rechtervoet gebleven? Je veegt de natte aarde van het gelaat, streelt het haar, strijkt een lok van het voorhoofd, raakt de wangen aan en fluistert tedere woorden, blaast je eigen adem door de mond terug het lichaam in, plooit de lippen tot een verzoenende glimlach om het teruggeschonken leven, vouwt de oogleden open, ja, tracht met een vingerknip de ingekeerde blik uit het duistere niets terug te lokken naar aandachtig kijken, toe dan, toe dan, en zoekt nog even onrustig naar die voet. Als er geen beweging valt te bespeuren, herhaal je het strelen en fluisteren aandachtig van voren af aan en de naam van de ander kun je niet roepen omdat je die nooit hebt geweten. [pagina 29] [p. 29] Terwijl je ongeduldig wacht op die eerste ademhaling luisterend of de waarachtige stem weer tot persoonlijk klinken komt, - wie was het eigenlijk? - dan besef je ineens dat die onbekende dood blijft in onomkeerbaarheid. Dit is niet eerlijk. Wat moet je voortaan in godsnaam? Maar ween je nu pas om jullie beiden? Vorige Volgende