Lust en Gratie. Jaargang 15
(1998-1999)– [tijdschrift] Lust en Gratie– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 52]
| |
[pagina 53]
| |
Zij was de lange weg
naar hier gekomen
om niet de bloemen
te bewaren
om niet op de boomtoppen
te gaan zitten (die
zij zelf had geplant)
om niet haar handen
te controleren
onder het duimdikke
mes
iemand die voortdurend
voorop bovenop de kop
krabt en langzamerhand
naar binnengaat,
kranten neerlegt.
| |
[pagina 54]
| |
Een halfgegeten vogel, van boven
af gezien.
Een regel zonder niet.
Een stil kopje de verkeerde kant op
gedraaid, het hele lichaam
gaat er naar staan.
Ik kan maar langzaam
vergeten tot half
de kop of de benen.
| |
[pagina 55]
| |
Formula pressure proved
wat voor een kleur
moeten die beestjes
hebben
wit als het medelijden met de olifanten
wit als de permanent bevroren bodem
(soms bedank ik iemand)
wit als sophie, gelet
op haar 21 officiële minnaars en haar
bijna voortdurende staat van zwangerschap
rood rijtje huizen
met een half mensje
er tegenaan gezet
| |
[pagina 56]
| |
Er is wel één bejaarde vrouw
in het zwembad die heel
kolossaal is, zonder dat ik daar
vervelend over wil zijn, met
een klein dik hoornen brilletje en
een witte badmuts met veel lucht
bovenin. Zij kijkt mij argwanend
aan. Ik kijk door een felroze zwem-
bril en zij ziet dat ik haar een naam
wil geven. Anders dan die haar eigen is.
| |
[pagina 57]
| |
De langste reis, de onderwatervis
heeft rode vlekken, de trap
naar beneden is weggeslagen
de telefoon gaat wel. Een vogel
heeft geen armen, heel gek, wit,
waarom zou ik hem een kleur geven.
Dat was wat ik was vergeten, het portret,
de stapel kleren hangend boven
het kastje. Hand voor het gezicht,
ik heb liever een'bruine vogel.
Ik heb nog een ander boek gelezen,
met minder tekst. Gevangen
in bezinksel, in wat eens een zee was.
|
|