Lust en Gratie. Jaargang 14
(1997-1998)– [tijdschrift] Lust en Gratie– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 4]
| |
[pagina 5]
| |
[pagina 6]
| |
De Franse schrijfster Charlotte Delbo (1913-1985) overleefde Auschwitz. Na de oorlog schreef zij een aantal toneelstukken en essays die stuk voor stuk in relatie staan tot haar kampervaringen. Haar beroemdste werk is de trilogie Auschwitz et après. Het eerste deel daarvan Aucun de nous ne reviendra (‘Niemand van ons zal terugkeren’) schreef ze al in 1946. Het verscheen pas in 1965 omdat ze er zeker van wilde zijn dat het de tijd kon doorstaan. Het tweede deel Une connaissance inutile (‘Onbruikbare kennis’), dat zij eveneens grotendeels in de jaren veertig schreef, verscheen in 1970. Spoedig daarna zag het derde deel Mesure de nos jours (‘Maat van onze dagen’, 1971) het licht. In 1985, het jaar waarin zij overleed, verscheen nog een laatste klein meesterwerk: La mémoire et les jours (‘Het geheugen en de dagen’). Dat werd, samen met haar trilogie, de afgelopen jaren in het Engels vertaald. Sindsdien staat Delbo in de Verenigde Staten in het centrum van de belangstelling. In Nederland is haar werk nagenoeg onopgemerkt gebleven. Zelfs S. Dresden besteedde er in zijn Vervolging, vernietiging, literatuur (1991) geen aandacht aan. In de teksten van Charlotte Delbo bestaan vaak twee hedens naast elkaar: het hier en nu, en het nu van het kamp. In zijn essay over Delbo's werk gaat Ernst van Alphen nader in op het gebruik van de tijd in haar verhalen en notities, en de morele dilemma's die zij daarmee het hoofd probeerde te bieden. Mieke Bal vertaalde in nauw overleg met Ernst van Alphen enkele teksten uit de trilogie Auschwitz et après. |
|