Lust en Gratie. Jaargang 14
(1997-1998)– [tijdschrift] Lust en Gratie– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 4]
| |
[Nummer 53] | |
[pagina 5]
| |
‘IK KAN NIET TOESTAAN DAT HET LAND VERDORT’ Met ingang van dit nummer verschijnt Lust & Gratie bij Uitgeverij Vassallucci. Daarmee is een einde gekomen aan de bestaansonzekerheid die het blad het afgelopen jaar parten speelde. Redactie en uitgever hopen op een vruchtbare samenwerking.
‘IK KAN NIET TOESTAAN DAT HET LAND VERDORT’ De behoefte om een deel van het literaire klimaat in kaart te brengen kreeg in het verleden al vorm in het literair-klimatologisch nummer (Lust & Gratie nummer 33, 1992) en in het ‘Stand van zaken’-nummer (Lust & Gratie nummer 41, 1994). Dat laatste nummer bevatte een uitgebreide discussie over de positie van de literatuur van vrouwen en de ‘vermaledijde vrouwelijke stem’. In dit klimaat-nummer geen overzichtsartikelen, maar - naast gedichten van Esther Jansma en Christine D'haen en een portfolio van Margot de Jager en Annelies Passchier - essays waarin sporen worden uitgezet waarlangs het werk van vijf Nederlandse auteurs ontgonnen kan worden.
‘IK KAN NIET TOESTAAN DAT HET LAND VERDORT’ Het zijn spitters - de schrijfsters die hier besproken worden, ieder op haar eigen wijze. Zo zoekt Gertrude Starink naar een taal die ze ooit geleerd heeft maar vergeten is; puzzelt Wanda Reisel een wereld bijeen die maar niet rond wil komen; laat Marie Kessels het eigenzinnig lichaam botsen met opgelegde regels; versplintert Hedda Martens de taal zodanig dat ze een mijnenveld wordt en probeert Maria van Daalen aan het ongevormde te ontkomen door zich een gevormde werkelijkheid op papier te maken. Vijf schrijfsters op zoek naar de schat, maar ieder met een eigen kaart. |
|