[Nummer 20]
Redactioneel
Het lustrumnajaar van Lust & Gratie zijn wij begonnen met het fraaie Höch-Brugmannummer (september 1988). Op deze plaats willen wij de Duitse Ambassade nog hartelijk danken voor de financiële bijdrage.
Voor dit nummer hebben wij auteurs die al eerder in Lust & Gratie publiceerden, gevraagd om een bijdrage. Het resultaat is een gevarieerd no. 20.
Nieuw is ‘Gelukkige lucht’, een serie over Tijdgenoten naar een idee van Gerda van de Krans. De eerste tijdgenoot die hier wordt gepresenteerd is Karin Daan, ontwerpster van onder andere het homomonument te Amsterdam.
Een tweede artikel waar wij hier in het bijzonder op willen wijzen is ‘Lezen als Lesbo’ van Maaike Meijer. Dit essay is een deel van een hoofdstuk (het tweede deel vindt u in Lover, december 1988) uit haar proefschrift ‘De lust tot lezen’ dat half december in een handelseditie verschijnt bij uitgeverij Van Gennep te Amsterdam. In dit belangrijke en inspirerende proefschrift bekritiseert Meijer, de meest uitgesproken feministische literatuurcritica van Nederland, de literatuurwetenschap op haar eigenzinnige wijze aan de hand van het werk van Nederlandse dichteressen. Zij schrijft onder andere over: de mystiek in het werk van M. Vasalis, over de ontwrichting van Judith Herzberg, over de ‘sexual’ and ‘textual politics’ van Neeltje Maria Min, de dichteressen in de jaren vijftig, over de receptie van het werk van Elly de Waard.
De studies van deze dichteressen zijn in een nieuwe context ingebed: ‘een context van theoretische reflectie over de rol van de lezer/es in de interpretatie, over de lust en de onlust van het lezen, over canonvorming en over de sociaal-literaire regels, die bepalen dat vrouwelijke dichters anders gerecipieerd worden dan mannelijke,