[Nummer 10]
Redactioneel
Wie nog mocht twijfelen aan het belang van feministische literatuurkritiek en aparte literaire vrouwentijdschriften leze alles wat er deze afgelopen tijd naar aanleiding van de dood van Simone de Beauvoir aan zinnigs en onzinnigs is geschreven in kranten en tijdschriften en hore nog eens wat er op radio en televisie over deze bijzondere vrouw ten gehore is gebracht. Zelfs in de rouw moeten we alert blijven.
Simone de Beauvoir is overleden en aan dat leed werden diverse leedverwekkende necrologieën toegevoegd die de Beauvoir's waarde reduceerden tot grootmoeder van de vrouwenbeweging - alsof ‘De Tweede Sekse’ nu nog slechts historische waarde heeft - haar literaire werk en haar andere grote studie over de ouderdom niet eens noemden en vooral haar verhouding met Sartre op een manier centraal stelden dat je zou wensen dat die necrologen ‘De Tweede Sekse’ eens echt goed zouden gaan lezen. Het artikel van Annechien Vink in ‘De Groene’ (23 april 1986), dat van Sonja Pos in de ‘Volkskrant’ (18 april 1986) en de meeste stukken in de ‘Vrij Nederland’ Boekenbijlage (26 april 1986) deden haar gelukkig meer recht.
Zo oud als De Beauvoir is gestorven, zo jong overleed een aantal maanden geleden Ruth Weber. Zij schreef in Lust en Gratie no. 2 een helder artikel over de schrijfstersgeneratie na De Beauvoir die zich bezighoudt met de ‘écriture féminine’. We zullen Ruth's verdere bijdragen hierover missen.
Het artikel dat zij destijds voor Lust en Gratie schreef, krijgt in dit nummer een vervolg. Wij besteden aandacht aan een van de belangrijkste ‘écriture féminine’ schrijfsters: Hélène Cixous. Camille Mortagne leidt haar werk in, vooral haar laatste boek ‘Le livre de Promethea’, en vertaalde tevens een groot stuk uit dit laatste boek.
Verder vindt u in dit nummer van Lust en Gratie nog meer Frankrijk. Renée Steenbergen beschrijft de ambiguïteit in leven en werk van twee Franse kunstenaressen in de achttiende eeuw: Elizabeth Vigée-Lebrun