De Lustige Jager, zingende vele vrolijke liederen, voor alle lieve Meisjes(1863)–Anoniem Lustige Jager, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende De Bloemist. Gij, die behagen schept in bloemen, Treedt binnen in mijn bloemenhof, Ik heb voor aller wenschen stof, En mag op keur van schoonheid roemen Op dezen wel beplanten grond, Kan men zijn keur den teugel vieren, Men moet op dit benedenrond, Het levenspad, het levenspad, Het levenspad met bloemen sieren. 'k Schenk 't kruidje roer mij niet den fijnen Deez' blaauwe klokjes aan den gek, Deez' gouden knopjes aan den vrek Narcissen aan die schoon wil schijnen Den scherpen doorn aan den nijd, Slaapbollen schenk ik aan den tragen. [pagina 34] [p. 34] Deez' wilgentakjes aan de vlijt, De zonnebloem de zonnebloem, De zonnebloem die gunsten vragen. De helden schenk ik deez' laurieren, Deez' duizendschoontjes aan de jeugd, De blanke lelie aan de deugd, En de eik zal 't hoofd der burgers sieren, De populier den babbelaar, De bloeijende aloë den grijzen, Dit Judasgeld den woekeraar, De passiebloem, de passiebloem, De passiebloem schenk ik den wijzen. Aan smachtende sentimenteelen, Schenk ik het Juffertje in het groen, Zij die verliefde wenschen voên Zal ik met myrthe en roos bedeelen, Mijn liefdesvoorwerp zal me altijd, Hoe langer en hoe liever wezen, Aan haar heb ik een roos gewijd, Waaraan geen doorn waaraan geen doorn Waaraan geen doornen zijn te vreezen. Vorige Volgende