De Lustige Jager, zingende vele vrolijke liederen, voor alle lieve Meisjes(1863)–Anoniem Lustige Jager, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende de Hemelpoort. Klop klop, doe open als 't u blieft, Sint Pier! mag 'k er door? Wie daar? riep Petrus driftig uit, Wie staat er nu weer voor? Ik, was het antwoord, heer Portier! Een man, zoo als 't behoort, En Petrus deed de grendels los, Der groote hemelpoort. Maar, zei toen Petrus: zijt ge wel In 't vagevuur geweest? Of komt ge maar zoo regtstreeks hier? Wat zijt ge voor een geest? Och! zei de ziel, ik was gehuwd, En had een knorrig vel, Mij dacht, nu hoefde ik toch niet, In vagevuur of hel. 't Is wel, zei Petrus, stap maar door; Maar wie komt ginder aan? Zeg geest! waarom zijt gij niet eerst Naar 't vagevuur gegaan? [pagina 25] [p. 25] Ik was getrouwd, mijnheer Portier! Zoo sprak ook deze heer; Maar mijn Xantippe stierf mij af, En spoedig huwde ik weer. Wel foei! zei Petrus: gij niet hier, Neen dwaashoofd! 't gaat niet aan, De hemel is geen gekkenhuis, Blijf gij maar buiten staan. Bons bons, de deur ging dreunend digt, De geest ging zuchtend voort; En eerst een eeuw drie, vier er na; Ontsloot men hem de poort. Vorige Volgende