Verclaringe vanden Intrede vande Camer van Vlaerdinghen, de welcke uytgebracht hebben de Tyrannije vande kinderdoodinge Herodis, gepresenteert door de vogende acht Persoonen.
1.
De Truwant Herodis, gecleet met een Rocxken, doncker-root Papier, geboort met stroo banden, de Brouck blaeu, geboort met stroo banden, heel gecleet, de Schoen oock Papier op leer gelijmt, een Sabel inde rechter-hand, ende inde slincker-handt een gefigureert Kindeken, in Luyerkens gewonden.
2.
Een Ioetsche Vrouwe, gecleet met een blaeu papieren Mantel, een groen papieren Buerse, met een breeden papieren hoet, gefigureert met geel, blaeu, ende root.
3.
Een Truwant, als vooren, uytgeseyt t'Rocxken was blaeu papier, de Brouck doncker root, voorts, gelijck den eersten.
4.
Ook een Ioetsche vrouwe, gelijck de tweede, uytgeseyt dat de Kuersse was wit papier.
5.
De Coninck Herodes, hebbende op zijn Hooft een blaeuwen Hoet van papier, met een Croon met Foulgie beleyt, verciert met Glaeskens, in plaets van Steenen, een rock van blaeu papier, beleyt met geel Foelgien boorden, opten buyc een Saters cop, voorder een Mantel ter aerden toe, geboort met een lijst van gout Foulgie.
6.
De Goddelijcke wraecke, gecleet in wit papier, met vlogelen als een engel, hadde inden handen een brandent Zwaerdt, van houdt met Foulgie over-trocken.
7.
De Doodt, met een doodts Trongie, becleedt met papier, hebbende inden handt een schildt, ende inde ander handt een Sandtlooper.
8.
De Goddelijcke wraecke, gecleet even gelijck de zeste.
De Blasoen-dragers waren twee Iongelingen, gecleedt in geel en root papier, opte Borst ende Rugge gefigureert, met blaeu geboort, groene Mouwen, ende hangende Moukens ter aerde toe, root, blau, ende geelu geschackeert: