‘Niet bang voor de dood’
We schrijven 1919-1920 en bevinden ons in een fictief Grieks dorp met de naam ‘Lykóvrysi’ (‘Wolfsbron’), een dorp in het Ottomaanse Klein-Azië. De Turkse Aga bewaart de orde, terwijl de Griekse bevolking zich baadt in welvaart. Onverwachts krijgen de Grieken te maken met een groep Griekse vluchtelingen. De Turken hebben hun dorp verwoest. Hoe reageert men in het dorp op de hongerige, afgematte medemens? Krijgen de vluchtelingen een kans om een nieuw bestaan op te bouwen? Hoewel Christus wordt weer gekruisigd al tientallen jaren geleden (1948) werd geschreven en ook al eerder in het Nederlands is vertaald, is de thematiek helaas nog steeds bijzonder actueel.
Het verhaal raakte mij vooral door de thematiek, maar ik kan het niet nalaten ook een voorbeeld te geven van de prachtige schrijfstijl. Beeldend, scherp, homerisch: ‘Terwijl de mensen, verstrikt in hun hartstochten, doodden en gedood werden en aftuigden en afgetuigd werden, of zich uitsloofden om naar de hemel op te stijgen, kwamen de korenhalmen rustig en zeker tot wasdom en rijpheid, vulde hun aar zich met graankorrels en negen ze hun hals naar de aarde om geoogst te worden.’ Kazantzakis heeft zich duidelijk door Homeros laten inspireren. Zo is daar Charon en ook Pinelópi, die onafgebroken aan het breien is. Breien aan de doodskous van haar man. Zelfs als haar huis in vlammen opgaat en zijzelf ternauwernood gered wordt, is het eerste wat ze doet na de redding: verder breien aan de kous. Centraal in het homerische verhaal staat het leven als een eindeloze reis; de zwervende mens die op zoek is naar rust, naar een thuis.
Om de zeven jaar wordt er in Lykóvrysi een passiespel gehouden. Pasen ligt net achter de dorpelingen, als men besluit de hoofdfiguren uit het passiespel aan te wijzen, zodat zij zich het komende jaar kunnen voorbereiden op hun rol. De apostelen, Maria Magdalena, Judas en Jezus worden aangewezen. De personen die gekozen worden hebben al iets weg van de bijbelfiguren, maar nadat ze officieel ‘benoemd’ zijn, ontwikkelen ze zich pas echt in de richting van de bijbelse personages. Ze identificeren zich, sommigen naar het lijkt onbewust, zozeer met hun rol dat beide verhalen steeds meer in elkaar verstrengeld raken. Zeker Jezus - Manoliós - neemt zijn rol bijzonder serieus en lijkt op sommige momenten Jezus zelf te zijn. Hierdoor krijgt het lijdensverhaal, inclusief de climax, een nieuwe verwerkelijking.
De roman is op veel verschillende manieren, zeker politiek gezien, te duiden. Ik las het verhaal zelf vooral met het oog op de huidige vluchtelingenkwestie. Op een zekere dag wandelt een groep Griekse vluchtelingen - een heel dorp - Lykóvrysi binnen. De dorpelingen hebben zich tot hen te verhouden. Mogen ze blijven of niet? Krijgen ze eten, onderdak, kleding? De reactie van de welvarende Grieken is overwegend negatief. Christus wordt weer gekruisigd houdt de lezer een spiegel voor. De Grieken eten hun buikje rond en potten hun geld op, terwijl er kinderen voor hun ogen wegteren. Hoe reageren wij op de stroom vluchtelingen in onze tijd? Zijn wij bereid onszelf aan de kant te schuiven voor de ander? Ook als het ten koste gaat van onze vrijheid, ons comfort en onze welvaart? Christus wordt weer gekruisigd is een confronterend verhaal waarover je niet snel uitgedacht raakt.
Wat is het geheim van de Jezusfiguur in de roman? Waarom helpt hij de vluchtelin-