aan het douchegordijn en de scheur grijnsde.
De lakens waren lief en het bed veinsde
een orgasme. Ziehier de minidood
der mensheid: zij droomt zich in de war.
De ochtend zag wit als het wittebrood
dat mijn vrouw en ik ooit wekenlang aten:
de geur vulde opeens de vroege straten
tussen mijn huwelijksreis en hotel
Rotzooi. Tussen de blondine, de ring
en al die grijstinten bureaucraten.
Tussen het onverklaarbare geheel
en het verklaarbare onderdeel.
Tussen de regen en de ochtendzon
en de verregende parkeerbon.
Tussen de waarheid en wat ik vertel.
Dit gedicht van 33 × 3 regels is afkomstig uit mijn nieuwe bundel Het trouwservies, die in mei 2017 verschijnt bij Atlas Contact. De hele bundel is geschreven in (onregelmatig) rijmende terzinen. Aanvankelijk stelde ik me dit gedicht als een soort palimpsest-tekst voor, te leggen op de 99 regels van W.H. Audens ‘1 September 1939’; maar uiteindelijk bleek het niet zozeer over de politieke toestand van de wereld te willen gaan als wel over de liefde en de al dan niet fictieve samenhang tussen de dingen.
*
Bij De Carbolineum Pers in Antwerpen verscheen onlangs van Benno Barnard Gebed zonder eind; zie www.carbolineumpers.be (klikken op de foto van de dichter). Van dit bibliofiele kleinood is nog een tiental exemplaren verkijgbaar.