geschiedenis en Engels gestudeerd, onder meer in Engeland. Ook nooit afgemaakt. Alles welbeschouwd zijn het ook onafmaakbare onderwerpen. De geschiedenis kent geen einde; de theologie is de hulpwetenschap van de Verlichting, maar alleen voor werkelijk onafhankelijke geesten; en Engels... ach, Engels, dat studeer ik elke dag. Gisteren noteerde ik nog ‘bobby-dazzler’ in mijn kleine zwarte boekje. Nee, zoekt u het zelf maar op.
En wie zijn uw vrienden in de literatuur?
Wilt u soms dat ik ze in alfabetische volgorde opsom? U bent niet goed lekker. Ik ga hier toch niet mijn literaire vrienden bijeenzetten, als marmeren busten in een galerij? Dat doe je alleen met doden. Mijn doden heten Herman de Coninck en Guillaume van der Graft.
Wat bewondert u in die anonieme literaire vrienden? Hun schrijfkunst?
Nou, als ik vond dat het literaire prutsers waren, zou dat een vriendschap nogal bemoeilijken. Los daarvan heb ik vooral achting voor hun menselijke kwaliteiten, het niet geringe talent dat een vriendschap met mij vergt voorop.
Hoe is uw verhouding met vrouwen?
Ik ben helaas dol op vrouwen. Maar ik hoop te zijn gerijpt van donjuaneske dwaas tot charmante gespreksgenoot, die dames vaker in dan uit hun kleren helpt. Wat een opdringerige vraag à propos.
En met uw eigen vrouw?
U durft nogal. Joy... ik ken haar al meer dan dertig jaar. Ze betovert me nog steeds. Maar ik voel een larme facile opwellen... Vraagt u maar niks over mijn kinderen.
Wie is uw favoriete dichter, schilder, componist?
Het is ondertussen zes uur. Hebt u geen trek in een kom soep? Nee? Ik sta zo weer tot uw beschikking.
Goeie soep?
Uitstekende soep, al zeg ik het zelf. Eergisteren bereid uit een nog vlezig kippenkarkas, een half bord spruiten met kastanjes en een ouwe schoen. Wat vroeg u ook alweer? Och ja. Geliefde kunstenaars. W.H. Auden, Joseph Brodsky, Ted Hughes en nog een stuk of tien anderen. De Vlaamse Primitieven, Fra Angelico, de pentekeningen van Rembrandt, Vermeer... Eens kijken. De Franse late negentiende eeuw als ik in de gepaste melige stemming ben. Hopper om zijn narratieve