Liter. Jaargang 18

[p. 39]

Greetje Kruidhof
Twee gedichten

*

In het jaar dat de eerste wereldoorlog begon
bracht iemand de beha op de markt.

Een man deed dat of de voorzienigheid.
Een jaar later vochten alle mannen buiten de stad
en werkten de vrouwen buitenshuis.

Mooi was hij niet, de beha, maar functioneel
zodat er geen borsten in de weg zaten bij het zware werk
en er waren toch geen mannen meer

als de vrouwen gingen slapen. Er werd niet langer naar borsten
gegrepen behalve door baby's en de man die beha's verkocht
en even rijk werd als de wapenhandelaar.

[p. 40]

Een kier in de gordijnen

Elke morgen kijkt zij door een kier in de gordijnen
naar de stoep voor haar huis.

Vandaag staat er een hond voor de deur
laag en loom zwaait hij met zijn staart
alsof hij wacht bij een konijnenhol.

Wacht hij op haar
of staat hij zo voor elke deur?

Zij wil dat zijn staart zwaait als de vlag
van de buurjongen toen hij was geslaagd,
zich lui uitrekt in de wind.

Als ze eens door de achterdeur glipt
een stuk vlees op de stoep gooit, een bal.

Loopt hij straks misschien naast haar
wappert het gras als ze rennen.

[p. 41]

2

 

Elke morgen kijkt zij door een kier in haar gordijnen

 

door het glas dat ze pas ziet als het beslaat.

 

 

 

Voorzichtig schuift ze het raam een stukje open

 

voelt hoe de lucht binnenkomt

 

opgewonden om haar heen draait

 

of aarzelend haar voorbij sluipt.

 

 

 

Toen zij klein was sloeg ze het glas,

 

boos dat het niet voor haar opzij ging

 

maar het sloeg terug

 

haalde haar hand open.

 

 

 

Soms droomt ze dat ze het raam dichtschildert.

 

Dat ze niet weet wat voor dag het wordt

 

maar wel een hond heeft.

[p. 42]

Trijn Romein, zonder titel, 2014 (potlood en conté op papier, 20 × 30 cm).