Genoten heb ik van het hoofdstuk over mondige vrouwen. De schrijvers vermoeden dat het Hooglied geschreven is door een vrouw. En dat terwijl vrouwen in ultraorthodoxe gemeenschappen bijna niets mogen. Ze mogen amper in het openbaar verschijnen, niet zingen, en ga zo maar door. Vader en dochter Oz tonen aan dat je in het Oude Testament veel strijdbare, actieve, mondige vrouwen tegenkomt. Vrouwen met een uniek karakter. Maar het ging al snel mis bij de interpretatie van deze verhalen. Rabbijnen probeerden de mondigheid van vrouwen met man en macht de kop in te drukken. In dat licht is het dus niet zo vreemd dat juist Paulus als oud-rabbi in het Nieuwe Testament de zwijgzaamheid van vrouwen proclameert.
De schrijvers van Joden en woorden noemen zich seculiere Joden. ‘Zelfbewuste seculieren zoeken geen gemoedsrust, maar intellectuele rusteloosheid en houden meer van vragen dan van antwoorden’ (p. 18). Toch zeggen ze veel van de Bijbel te houden, en wel als literatuur. Ze noemen het een tragisch verlies voor de cultuur dat ongelovigen in het westen de Bijbel niet zijn tegengekomen als literaire tekst. Het geloof van vader en dochter Oz is vervangen door bewondering en niet door afkeer of afzetten tegen. ‘Ons verhaal gaat niet over de rol van God, maar over de rol van woorden. God is een van die woorden’ (p. 69).
Natuurlijk gebeurt er bij ons wel iets. Sporadisch lezen westerlingen de Bijbel literair, maar doen seculieren, zo je wilt ongelovigen, ook mee? Ik heb een aantal jaar geleden een cursus Literair Bijbellezen gegeven aan de Universiteit van Leiden. De opkomst was bedroevend laag. De schrijvers hebben gelijk. Wat dat betreft mist er in onze samenleving het nodige. Zouden er ooit mensen opstaan die zichzelf ‘seculiere christenen’ noemen en de Bijbel bewonderen als schitterende en meeslepende literatuur?
De Joodse dichter Amichai groeide op in een orthodox gezin. Hij vocht tegen de nazi's, verloor zijn geloof en nam een nieuwe Hebreeuwse achternaam aan, met de betekenis ‘mijn volk leeft’. Amichai was net als de schrijvers van dit boek een seculiere Jood die zijn Joods-Israëlische identiteit in woorden tot uitdrukking bracht. In Joden en woorden staat een schitterend citaat uit zijn gedicht ‘De Joden’. ‘En God? God blijft, / als de geur van een mooie vrouw die hen ooit / passeerde. Ze zagen haar gezicht niet, / maar haar geur blijft, allerlei geuren, / Schepper van alle geuren’ (p. 175). Daar zijn mijn woorden niets bij.
Amos Oz en Fania Oz-Salzberger (vert. Saskia van der Lingen), Joden en woorden. De Bezige Bij, Amsterdam 2014, 272 blz., €24,90.
Els Meeuse