[Nummer 78]
Van de redactie
‘In het onmogelijke vindt alles een aanvang’, zegt John D. Caputo, en Joost Baars zegt het hem na in zijn essay over het Midden-Oosten, het thema van Liter 78. En misschien heeft de regio iets nodig dat aan het onmogelijke grenst. De poëzie probeert het alvast uit, want er komt hele sterke poëzie vandaan, zo laat Baars zien.
En er worden ook prachtige boeken geschreven in het Midden-Oosten: Arie Kok en Janneke van der Veer interviewden David Grossman, een groot schrijver die ook goed blijkt te kunnen lezen: ‘Wist je bijvoorbeeld dat Adam niet geschapen is in het paradijs, maar daarbuiten? Alleen Eva is in het paradijs geschapen.’ Nelly Trapman schrijft over haar eerste kennismaking met Grossman: ‘Ik herinner me de kleren die ik droeg en wat ik at op die avond van Witte Donderdag: ik was zestien jaar, en ik las op de bank in de woonkamer een boek, een verpletterend boek: [...] Het was mijn eerste Grossman.’
Daarnaast bevat dit nummer proza van schrijvers uit het Midden-Oosten: de Irakese auteur Hassan Blasim schrijft over de asielzoeker die in Nederland voor een nieuwe naam kiest: Carlos Fuentes, want die naam ‘past bij je huidskleur. Je bent immers zo zwart als een verbrand stuk gerstebrood.’ In het verhaal van Kerim Göçmen is een Turkse vrachtwagenchauffeur de weg kwijt.
Les Murray is de eregast deze jaargang, dus van hem een langer gedicht, vertaald door zijn Nederlandse vertaler Maarten Elzinga, die het gedicht uitbundig toelicht. Van Murray ook het essay ‘Een en ander over religie’, vertaald en bewerkt door Dorien de Vries. Zoals Les Murray schrijft: ‘Het progressieve humanisme is inmiddels even ernstig verdeeld en versplinterd als het christendom vroeger en de vurigste aanhangers ervan bekruipt vaak een heimelijk gevoel van onbehagen over het gebrek aan zachtmoedigheid [en] de bereidheid om de feiten geweld aan te doen.’ Een gat om te vullen met de genade van de taal.
www.leesliter.nl