elk jaar anders raakt, steeds dichter bij de dood, is hartverscheurend. Uit die spanning ontstaan veel van mijn gedichten - de eigen verstrijkende tijd wordt gewogen tegen de eeuwigheid, die ten slotte weinig om ons geeft.
Welke betekenis heeft het katholieke erfgoed voor u?
Ik kom uit een katholiek gezin in het Rijnland. Het geloof werd me door mijn vader meegegeven, ernstig maar zonder kwezelarij, en ik heb het niet als dwang ervaren. Er was een vrij lang proces voor nodig voordat ik het ook in mijn gedichten ter sprake kon brengen. Het is niet erg dat ik me daarmee in de context van de hedendaagse literatuur wat eenzaam voel. Eenzaamheid is immers het existentiële basisgevoel bij uitstek, en schrijven is voor mij de beste manier om daarmee om te gaan.
Het gedicht ‘anijs’ evoceert een bijna toevallig bezoek aan een kerk. Het doet me denken aan gedichten als ‘Die Fensterrose’ van Rilke en ‘Church Going’ van Philip Larkin. Bij u gaat het echter niet om de al vreemd overkomende sacraliteit van het gebouw, maar om de misviering zelf...
Het gedicht ‘anijs’ is ontstaan toen ik jaren geleden in Marseille was. Juist in het buitenland ga ik graag naar de mis omdat ik me in het volgen van de liturgie thuisvoel - de mis is een handeling die je ook in een vreemde taal volledig kunt begrijpen. Toch zijn er ook vervreemdende en pijnlijke momenten. Vooral omdat ik sinds ik hertrouwd ben naar kerkelijke normen de sacramenten niet meer mag ontvangen. Het gevoel van vreemdheid is dan weer een prikkel om te schrijven. Daarom is Philip Larkins afstandelijke gedicht ‘Church Going’ ook zo indrukwekkend.
...en dan zegt plots een heel concrete vrouwelijke ‘jij’ de eenvoudige maar raadselachtige zin: ‘Het is er toch al.’
De liefde zonder meer is een raadsel, de sterkste en meest overrompelende kracht. De liefde is als enige in staat ons uit de kokers te halen waarin we ons genesteld hebben. Er schuilt net zo veel belofte als bedreiging in. Pas het vermogen om ‘jij’ te zeggen bevrijdt het ‘ik’ uit zijn cirkelgang, de kooi gaat open - buiten is een ander en een weg die je wilt gaan. Alleen weet je nooit waar die heen leidt.
Religie wordt vaak met transcendentie geassocieerd: uitstijgen boven je eigen grenzen. Uw gedichten herinneren me vooral aan de oorspronkelijke betekenis van het woord: je weer sterk verbonden voelen met andere mensen, ook met de doden.
Omdat naar voren alles onduidelijk is, geeft het troost tenminste een gevoelsmatige zekerheid over onze herkomst te hebben door de verankering in een rite,