Dantes Divina Commedia en aan dit werk is Möring zeer schatplichtig. Assen heet de variant die hij bedacht en dan specifiek het Assen aan de vooravond van de tt-races. Dan komt alles wat zuipt en naait, gefrustreerd is en kickt op lederen kleding en herrie naar deze stad. Wij als lezer worden gedwongen om ons tussen de bezoekers door te wringen, mee te drinken en met Jakob Noach, maar ook met Marcus Kolpa onze weg te vinden, waarbij de Jood van Assen, maar ook Jakobs dochter Chaja onze Beatrice zijn, of onze Eurydice.
Wij weten nu dat Möring ons op een variant van de hele Divina Commedia trakteert, want Dantes ‘Purgatorio’ is in 2011 verschenen als Louteringsberg en momenteel werkt hij aan het laatste deel van zijn trilogie. De titel is nog niet bekend (al heb ik Trans in mijn hoofd), maar Paradiso zal het niet worden (en Trans ook niet).
Er gebeurt heel wat in die ene nacht en het valt niet mee de draadjes aan elkaar te knopen. Maar voor ik verder ga, probeer ik iets meer over de inhoud te vertellen.
Het boek begint met de wederopstanding van Jakob Noach uit zijn onderduikhol, een gat in de grond, onder Assen. Zijn ouders en broer hebben de oorlog niet overleefd. Jakob zit vol wraakgevoelens: hij zal het onrecht dat zijn familie is aangedaan stevig aanpakken. De rest van zijn leven kun je een maatschappelijk succes noemen: hij trouwt een mooie boerendochter, krijgt drie nog mooiere dochters, wat wel prettig is voor iemand die geen zoons wil. Hij bouwt in Assen een machtig imperium op als ondernemer. En dan verongelukt hij op de avond van 27 juni 1980, de nacht die centraal staat in dit boek. Maar na het ongeluk leeft hij gewoon door, lijkt het, zij het in de toch al surrealistische setting van de Nacht van Assen. Verleden en heden lopen steeds meer door elkaar en de personen met wie Noach postmortaal optrekt, komen uit een andere werkelijkheid, een andere tijd. De Jood van Assen is meer een archetype dan een mens van vlees en bloed, al is hij dat, net als Jakob Noach, ooit geweest.
Dan is daar Marcus Kolpa, de veelbelovende dichter die Assen jaren geleden verliet en die nu is teruggekeerd. Gaandeweg wordt een beetje duidelijk, met de nadruk op beetje, wie hij is. Hij werkte ooit bij de provinciale krant, had zijn vrienden in Assen (en ook die komen we tegen) en hij was de grote liefde van Chaja, de jongste dochter en oogappel van Noach. Ook zij is in Assen deze nacht. En ze zoeken elkaar.
Maar we volgen meer mensen, er zijn meer verhaallijnen. Het boek is complex en je raakt de draad gemakkelijk kwijt. Dat hoort bij het thema van het boek en het is ook riskant. Je moet als schrijver wel een meeslepende pen hebben, boeiende figuren scheppen en kloeke gebeurtenissen neerzetten om de lezer erbij te houden. Dat is Möring bij mij gelukt. Ik doe nu even geen verdere pogingen om het verhaal van Dis nog meer uit de doeken te doen en keer terug naar de intertekstualiteit.