Wim Hofman
Begin
Een boek moet een begin hebben en de Bijbel heeft een prachtig begin.
Eerst moet er licht zijn, en donker en licht moeten uit elkaar, een verschil van dag en nacht. Dat is al heel wat. Het wordt avond en morgen: de eerste dag.
Een firmament scheidt even later hemelwater van het andere water beneden, de wind is Gods adem. Je hebt zee aan de ene kant en aan de andere kant land en daarop komen allerlei planten groeien, planten met bloemen en met zaden en bomen met bladeren en vruchten, te veel om allemaal op te noemen. Aan de hemel komt verlichting, een soort lampen worden aangebracht: de zon voor overdag en de maan voor in de nacht. Dat gaat niet zomaar eventjes. Er zitten dan al zowat vier dagen en nachten op.
De lucht is blijkbaar bestemd voor de ontelbare vogels en andere vliegende wezens en de zee wordt het terrein waar het gaat wemelen van de vissen en allerhande andere creaturen. Dan wordt het weer avond en morgen: de vijfde dag. Daarna krijg je dan de dag waarop al die andere dieren tevoorschijn komen: wilde beesten en tamme dieren en diertjes, mannetjes en wijfjes, het krioelt ervan. En niet te vergeten de mens: man en vrouw. Het is alsof het daarom draait. Dan wordt het weer avond en morgen, de zesde dag. Maar wees maar gerust: er komt nog een dag.
Die eerste bladzijden hebben in de loop van de tijd ontelbare mensen geroerd, aangezet tot eerbied, verwondering, nadenken. Niet alleen omdat dat verhaal nu eenmaal voorin het boek terecht kwam, maar vooral door zijn grote schoonheid en poëtische kracht.
Er is nog een tweede scheppingsverhaal, dat echter heel anders van toon is. En waarin we dingen lezen over het ontstaan van het kwaad in de wereld.
Er wordt op andere plaatsen gerept over de schepping, bijvoorbeeld in het boek van Jezus Sirach dat spreekt over de meesterwerken van de Wijsheid, de zon, de maan die vol wordt en afneemt, de sterren die sieraden zijn aan de hemel, de wind, de woorden die tekort schieten om al het wonderlijke te bezingen. In de eindpassages van het boek Job gaat het onder andere over het bouwen van de wereld, het temmen van de zee, de ochtendsterren die eenstemmig juichen, de poorten van de duisternis. Het bevat de opvallende beschrijvingen van het