Liter. Jaargang 14
(2011)– [tijdschrift] Liter– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
[pagina 3]
| |
Globaal gesprokenHet geloof dat de aarde rond is
heeft ernstig geleden,
er kwamen onvermoede hemelstreken
overdrijven en de Dom bleef onbedreigd
recht staan,
er waren oppervlakkigheden,
er was een zee van gelijk,
er woedde een storm van religie
maar de hemel bleef even ver
boven ons, waar wij ook waren.
Nee, de aarde is alleen rond
voor wie zichzelf tegenkomt,
waar hij ook heen gaat.
| |
[pagina 4]
| |
Druilerige dagenDuizelig schuifelen is nog te doen,
maar dat diefachtig schuifelen
te laat voor de driftige deurbel,
voor de laaghartige aandrang,
het heet invalide, het is rolstoel.
Overal staat niet waar je
naar toe op weg bent,
je vordert over een vloer
van onwil, je bent vervuld
van alles wat vervalt.
| |
[pagina 5]
| |
OverlijdensberichtenHet sterft om mij heen, ik blijf over
voorlopig. Ik reken niet meer
met lustra, decennia, al dat Latijn.
Dat ik nog leef is een feit
maar het begin van een leugen. Ik
zit als een klein
kind tussen zijn speelgoed
met al die heugenis
aan wat en waar en wie. Het is
een stage in stervelingschap.
| |
[pagina 6]
| |
AgnostischWat ik wil weten staat nergens te lezen,
ik weet pas wat het is
als ik het opschrijf. Zo gaat het steeds:
waar ik wil wezen zal ik pas
weten als ik er ben,
de weg erheen hoort bij het ongehoorde.
Dus blijf ik maar zitten waar ik zit,
ik zal wel zien
en wat ik zien zal is misschien
waar ik zit.
| |
[pagina 7]
| |
Geen grote woordenDankbaar is wel een groot woord, maar soms
past het, als kleinere er niet toe doen.
Zo is het mij vergaan, jongstleden
zondag bijvoorbeeld, ik
juichte inwendig, - zeer inwendig.
Er was reden genoeg, men stond
in menigte om mij heen, om mij
geluk te wensen, ik gloeide
van vrolijkheid, het was
een en al pret, ik wist van niets,
ik wist niet dat ik was bestemd
geringer te worden, steeds geringer,
minder en minder, tot
niets toe.
17 VIII 2010 | |
[pagina 8]
| |
AprilSneeuw viel op natte stenen,
er was een lente gaande, bomen
stonden op springen. Pasen
werd driftig gevierd, er ging een
siddering door de stad,
autoprocessies waren vroom
op goed geluk uit. Wie
maalt er bij al dat gedoente
nog om het bloeien van
een doodvermoeide aarde?
| |
[pagina 9]
| |
De moeilijkste maandApril is the cruellest month T.S. Eliot Sneeuw is onuitgesproken
proza. Wit is de winter.
Ik wil een welsprekend april,
ik zoek de taal die er was
eer de denkherfst begon.
De linde die wortelt waar ik woon
tast al naar bladeren. Zo
bekeert zich de aarde tot lente.
Ik leg mijn boek terzijde,
april voorbij.
|
|