Liter. Jaargang 13(2010)– [tijdschrift] Liter– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] Wim Hofman Gedicht Kleine Willem in Australië Een bepaalde hoek in de tuin wordt door onze kleinzoon Willem, die nu 4 is, en die soms hier is, Australië genoemd. Waarom, is niet helemaal duidelijk. Het gaat om een plek waar rabarber groeit en een moerbeiboompje staat. Vogels vinden het een aantrekkelijk boompje, vooral 's zomers als de vruchten rijp zijn zoet en zwart en sappig. Staan daar ook wat bloempotten, een zinken emmer, een gieter die lek is, een oud glasraam. Er loopt wel eens een hooiwagen of pissebed. Volgens mij lijkt dat stuk tuin helemaal niet op Australië. Sinds onze kleinzoon Willem weet dat hij naar Australië gaat verhuizen is echter veel Australië in zijn leven gekomen. De verhalen die ik hem 's avonds, als hij naar bed gaat vertel, moet vertellen, gaan daarom nogal eens over Australië. Zijn knuffel is een lichtblauwe kangoeroe. Opa Wim, zegt hij dan, vertel maar over Australië. Het verhaal moet zich in dan in Australië afspelen en gaat daarom ook nogal eens over kangoeroes die daar dingen doen, haasje over spelen bijvoorbeeld, en over roodkleurige Australische sprinkhanen die hoger kunnen springen dan wie ook en zo ft over de kangoeroes heen vliegen. Dat is voor hen zo gemakkelijk als wat, ft, een fluitje van een cent. Ze hebben rode vleugels. [pagina 28] [p. 28] Soms komt er uit een poel oranje modderwater een grote zoutwaterkrokodil opduiken die een eenzaam kangoeroetje wil opeten. Dat is wel schrikken. Zoiets kan kleine Willem nog net door de vingers zien. Maar hij houdt absoluut niet van bosbranden. Opa, zegt hij, die krokodil dat mag, maar er mag geen bosbrand komen. Dat eenmaal gezegd, mag er zelfs geen piepklein vuurtje in het verhaal zitten, geen lucifertje mag er in rondwandelen. Zelfs niet als er daarbij een geruststellend zwart regenwolkje vol bluswater aan de helder blauwe Australische hemel verschijnt. Of als er een olifant komt met zo'n praktische, lange snuit. Met dat laatste is kleine Willem het helemaal niet eens. Olifanten wonen volgens hem in Afrika, en niet in Australië. Ik laat de kangoeroes aan het eind van het verhaal dan maar gewoon in een kring zitten rond een kampvuurtje dat uit is. Het rookt niet eens. Het mag eigenlijk de naam van kampvuur niet eens dragen. Ze zingen dan een meerstemmig kangoeroelied in het licht van een volle Australische maan. Meestal gaat Willem daarop tevreden slapen. Zijn Dromenland zal wel sterk op Australië lijken. Vaag en ver, vaag en ver is het land dat Australië heet. De nachten zijn Mauw en de maan is er groen, Denk nu niet dat ik jou ooit vergeet. [pagina 29] [p. 29] Vorige Volgende