Ingmar Heytze
Terugtellen
Mijn binnenkomer bij Willem Barnard, a.k.a. Van der Graft, was niet zo best. Het was 1998 en we stonden backstage in Muziekcentrum Vredenburg tijdens een uitverkochte Nacht van de Poëzie, waar we allebei zouden optreden. Ik bevond mij op de rand van een zenuwinzinking door de spanning, Willem leek tamelijk laconiek. Toen ik aan hem werd voorgesteld zei ik in mijn zenuwen: ‘Ik dacht dat u allang was overleden!’ Hij keek me aan met de geamuseerde blik van een oude magiër en zei: ‘Dat schijnen meer mensen te denken.’
Na zijn voordracht - hij had zo'n succes dat hij het publiek met geheven hand tot stilte moest manen om niet te worden verzwolgen door de open doekjes - besloot ik dat ik die magistrale stem een keer wilde opnemen. Dat hebben we een jaar of zes later, toen Willem over de eerste schrik van dit idee heen was, ook gedaan. Een deel van het resultaat van deze keukentafelsessies staat op de cd bij het boek ‘Praten tegen langzaam water’.
Het is niet slecht om een vriend te hebben die een halve eeuw langer op de wereld heeft rondgelopen dan jij. Ik ken niet veel mensen die op de eerste pagina van hun dagboek kunnen schrijven dat Adolf Hitler is overleden, en niemand die nog op de koffie is geweest bij Martinus Nijhoff. Toen ik zo rond mijn vijfendertigste geregeld in de nacht lag te staren met de ziekte van Bloem (symptomen: denkend aan de dood kun je niet slapen, niet slapend denk je aan de dood), vroeg ik hem hoe je eigenlijk om moet gaan met dat soort existentiële angsten. Zijn antwoord was direct en opgewekt: ‘Niet!’ Geloof me of niet: dat hielp.
Iedereen heeft een geheim. Het geheim van Willem Barnard is zijn grote belangstelling voor anderen, of ze nu acht of achtentachtig jaar oud zijn. Hij is een van de zeldzame mensen die zich lijken te kunnen verhouden tot iedereen - leeftijdsloos - omdat hij feilloos inziet wat modieus, vluchtig en niet-essentieel is, zodat er als vanzelf overblijft waar het wél om gaat: ‘De liefde, de dood en de poëzie, / deze drie’. De kleine iPod die ik hem gaf om zijn eigen stemopnames terug te kunnen horen, heeft hij een middag lang met belangstelling onderzocht en toen resoluut doorgeschoven naar een kleinkind; Willem Barnard houdt contact met kleine, volgekriebelde zwaluwbriefjes, per post, en als daar geen tijd voor is via een degelijk telefoontoestel. Maar hij blijft in contact, met de enorme hoeveelheid mensen die hij de moeite waard vindt, al een bijna onvoorstelbaar lang leven lang.