Benno Barnard
Het boek van mijn vader
...zijn enigszins idiosyncratische smaak was mijn hele kindertijd lang de mal waarin de mijne werd gevormd. Mijn liefde voor Eliot en Auden bijvoorbeeld heb ik van hem. Net zoals mijn irrationele zwak voor de anglicaanse high church. Of mijn afkeer van Cromwell. Mijn vaders Engeland is ongetwijfeld de wieg geweest van veel van mijn opvattingen inzake politiek, literatuur, religie enzovoorts.
Toen mijn vaders boek [ook over Engeland, Papier als reisgenoot, 1975] verscheen, woonde ik in Plymouth. ‘Deze brochure over Plymouth en omgeving,’ schreef hij in zijn opdracht.
Met zijn boek in mijn zak wandel ik dus door ons beider Oxford.
Andrew Norman Barnard staat daar vermeld op de lijst van namen in de kathedraal. Hij was één van de studenten die de Battle of Britain hebben uitgevochten als een grimmig soort cricket boven de kust. ‘Onevenredig veel hebben die jongens gedaan,’ zegt mijn vader. ‘Het klinkt slap en beverig als ik het zo zeg, maar ik ben nu eenmaal een overlevende van toen.’
‘Stil maar,’ zeg ik terug.
[...] Ze deden het. Ze redden Europa. Ze redden mijn vader.
‘Ja, ze moesten het eiland bewaren tegen de vloed van barbarij. Voorlopig is dat gelukt. Het is alleen de vraag of die vloed ook nu nog tegen te houden is, nu hij niet meer aanrolt op de kust, maar opkomt van binnenuit. Wat wordt er van dit volk als het geen enkel geloof meer heeft? Wat blijft er over van de goede manieren, met andere woorden van de vorm, als de popcultuur alles verdooft?’
‘En de uitvinding van de ontploffingsmotor had men voor het janhagel zeker verborgen moeten houden?’
‘Maar hoor je die motoren dan niet? Weet je wat dat zijn? Op de grond opererende Spitfires, die aan de verkeerde kant strijden!’
‘Soms ben je ook net heer Bommel.’
Uit: Benno Barnard, Een vage buitenlander. Terug naar Engeland. Amsterdam 2009, blz. 159-161.