Liter. Jaargang 13(2010)– [tijdschrift] Liter– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 64] [p. 64] Alexander Baneman Gedichten Dubio Mocht ik daartoe de kans krijgen, zou ik dan de crucifix van de muur halen? Mijn armen zijn veel te kort om het hout aan te raken, mijn lippen kunnen de voeten niet vinden. De plek die de leegte achterlaat op de muur is nijpend. Een wit kruis op een vergeelde muur. Een spijker in het pleister, dus een knoop in mijn touw. De mensen op de foto's kijken mij niet meer aan, ogen zijn weggedraaid. Een teken van genade. Mocht ik daartoe de kans krijgen, zou ik vragen wat te doen. [pagina 65] [p. 65] Was. Moest zijn Bij het mistig vertrek stelde ik mij de stad B. voor als grote duivenstad. Sterk verkleurd door de jaren heen door zon en uitwerpselen van duiven, maar toch zichtbaar opgetrokken uit kalksteen. Alles moest hier behouden blijven en daarom werd de duivenpoep nooit weggeschrobd van de kuise stenen. De duiven fladderden mee met de kar en soms rook ik de stank van grijze lijken. De duiven op het plein, koerend om eten. Maar vooral om de geschiedenis, want op zoek naar kruimels lieten zij veren achter op bordessen en muurtjes. Soms scheerden ze over de hoofden van de mensen, voornamelijk studenten met boeken en opgerolde stukken onder hun armen. Nooit in strakke v-formatie, maar paniekerig. Want hier handelde men volgens een eeuwenoude koop- en verkoopmethode dus overal werd in geknepen, in vruchten in aardappelen, maar ook in het vlees van de runderen. Landjepikandijvie en kaatje kaas, steen en been klagen. Afdingen was verboden, dan wist men dat het goed was. Zoals de stad B. zelf ook was. Moest zijn. Vorige Volgende