Zondagavond
Een nieuwe ‘Vonne’, daar kan ik wel naar uitkijken. Binnen de soms zo somber gestemde Nederlandse literatuur zijn haar romans als de roze wolkjes aan de avondlucht, als ik even dankbaar gebruik mag maken van de foto op het omslag van haar nieuwe roman Zondagavond. Hoop is haar niet vreemd, zo laat ze ook in dit boek weer zien.
Tegelijk is het een somber boek, met veel eenzame mensen. Het begint al met een moeder die haar zoon moet loslaten en dat niet kan. Freeke hangt als gescheiden vrouw erg aan haar zoon Jochem en nu ze die op zondagmiddag op zijn nieuwe studentenkamer achterlaat, is dat voor haar wel even slikken. Waarom het boek hiermee begint en waarom Gamal, een nieuwe liefde van Freeke, zijn intrede moet doen is niet duidelijk. Het zijn verhaallijnen die Van der Meer uitzet zonder er verder wat mee te doen. Dat het hier een proloog betreft verklaart veel, maar is te weinig duidelijk als je eenmaal in de roman begonnen bent. De duidelijkheid die de inhoudsopgave biedt wordt in het verdere van de roman niet vastgehouden.
Veel meer dan over Freeke als moeder en vrouw gaat het uiteindelijk om Freeke als dochter van haar vader Robert. En over de verhouding tussen deze twee mensen en Mila, een joodse vrouw. Robert redde haar als baby uit de handen van de Duitsers, zo denken zowel Freeke als Mila. Bij Mila heeft dat haar hele leven voor een erotisch geladen bewondering voor Robert gezorgd. Voor Freeke voelt de bijzondere band tussen haar vader en Mila als een bedreiging.
En al die tijd torst Robert een huizenhoog schuldgevoel met zich mee. Mila heeft de oorlog weliswaar overleefd, maar Robert weet dat zij dat niet aan hem te danken heeft. Zijn dankbaarheid voor de goede afloop brengt hem op de knieën: ‘De laatste tijd voel ik een steeds grotere dankbaarheid dat Mila levend de oorlog is doorgekomen. Ik liep er maar mee rond, wist niet tot wie ik me moest richten. Tot ik het wel wist. Op een dag trof ik mezelf hier aan, midden in de kamer, op mijn knieën, biddend.’ Een God tot wie je je richten kunt. Zo duidelijk als in Zondagavond was God bij mijn weten nog niet aanwezig in het werk van Van der Meer.
Hoe belangrijk openheid richting God ook is voor Robert, het hoge woord zal er ook uit moeten tegenover de twee belangrijke vrouwen in zijn leven. Daarmee heeft hij meer moeite. Op zondagavond is het wat hem betreft zover, maar de omstandigheden werken tegen. Daardoor is het uiteindelijk Mila die het eerst op de hoogte is van haar eigen geschiedenis, terwijl een brief aan Freeke (waaruit bovenstaand citaat komt) nog ongelezen ligt te wachten.
Mila's reactie is groots en vergevend. Hoe ze daartoe in staat is, hoe ze van de verwarring die er eerst is tot zo'n evenwichtige reactie komt, laat Van der Meer in het midden. Ze legt het perspectief op dit moment bij Robert, die in coma is geraakt en niet anders kan doen dan luisteren.
En Freeke? ‘Het is nog te vroeg: Freeke kán hem niet vergeven hebben. Ze denkt vast dat ze altijd zo boos zal blijven, omdat er niets meer rechtgezet kan worden.’ Zo denkt Robert. Maar Van der Meer zou zichzelf niet zijn als ze ook Freeke niet aan het denken zou zetten. Zo zelfs dat ze uiteindelijk begrijpt wat haar vader haar schreef in zijn brief: ‘[...] je kunt je dankbaarheid niet in een gat gooien. Je kunt het niets niet bedanken.’
Genoeg hoop weer, dus, en dat mag ik wel. En met (tamelijk) gelukkige eindes is niks mis. Maar de snelheid waarmee vooral