[Nummer 53]
Van de redactie [1]
Dit nummer van Liter krijgt een ruimere verspreiding dan gebruikelijk: op diverse manieren krijgen lezers die het blad doorgaans niet onder ogen krijgen een exemplaar aangereikt. Trouwe lezers en nieuwe lezers: welkom. Literaire tijdschriften lijken misschien een bedreigde diersoort, maar zolang we lezers onder elkaar zijn, is er hoop.
Benno Barnard vertaalt en bespreekt in dit nummer een belangrijk gedicht, zoals alleen hij dat kan. Daarnaast staan in deze aflevering nieuwe gedichten, onder meer een fraaie cyclus van Koos van Zomeren, ‘Dag des Heren’, en gedichten van Ellen Deckwitz, die recentelijk de Meander Dichtprijs won. Voor de liefhebbers is er een nieuwe vertaling van een lied van Bob Dylan, die ooit werd genoemd als potentiële winnaar van de Nobelprijs voor de literatuur. Waarschijnlijker is overigens dat die prijs naar Les Murray gaat, de Australische dichter, aan wie Liter later dit jaar een themanummer wijdt. In dit nummer staat een uitgebreide aankondiging, met een kort maar krachtig vers en een veelzeggend portret van de grote Australische poëet.
Daarnaast is er een verhaal van Len Borgdorff, met Harry Houdini het konijn, er is ruimte voor beeldend werk en u kunt gaan zitten voor twee pleidooien, één voor de Naardense Bijbel, en één van Arjan Plaisier voor de roman Housekeeping. De schrijfster van deze roman won een paar jaar geleden met het wonderboek Gilead de Amerikaanse Pulitzerprize en ook in de Nederlandse vertaling was het boek een groot succes.
Vijf belangrijke nieuwe dichtbundels worden tegen het licht gehouden: werk van Hilbrand Rozema en Willem Jan Otten, de grote verzamelbundel van de Brandaan, de jongste bundel van Jane Leusink, en de Gospels en Psalmen van Erik Jan Harmsen.
Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben. Naar Harry Mulisch (Voer voor psychologen)