Liter. Jaargang 11
(2008)– [tijdschrift] Liter– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 35]
| |
Arend Smilde
| |
[pagina 36]
| |
Eind 1953 las Lewis een pas verschenen roman van Clarke, Childhood's End. Laaiend enthousiast schreef hij toen de hieronder vertaalde brief aan zijn vriendin Joy Gresham, die kort tevoren een paar dagen bij hem gelogeerd had.Ga naar eind5. Joy liet de brief lezen aan Arthur Clarke, en die schreef toen weer een brief aan Lewis. Daarna schreef Lewis in totaal nog drie brieven, althans drie bewaard gebleven brieven, aan Clarke. Deze volgen hieronder na de brief aan Joy. Het contact tussen Lewis en Clarke is nooit intensief geworden. In 2003 wist Clarke zich te herinneren dat hij Lewis één keer had ontmoet, in Oxford - Tolkien was erbij, en ook een vriend van Clarke - en dat zij natuurlijk beiden onverzettelijk waren in hun ideeën over ruimtevaart, maar dat het heel gezellig was.Ga naar eind6. Het enthousiasme van Lewis voor sciencefiction was echt en duurzaam, maar onevenwichtig. Hij schreef eens dat hij op dit terrein zeker geen omnivoor was, maar juist extremely hard to please. En elders: ‘bij mijn belangstelling voor “sciencefiction” ligt alle nadruk op de fiction-kant.’Ga naar eind7. Zijn trilogie is eigenlijk anti-sciencefiction. Hij wilde het in dit genre gebruikelijke sciëntisme, of wetenschapsgeloof, op eigen terrein verslaan. Zijn lof voor het weinige dat hem wél beviel was er niet zuiniger om. Als literatuurcriticus was hij in het algemeen kwistiger met lof dan met kritiek, en zo ook hier, in de brief aan Joy. Hij vond Clarke een geweldige stilist en verteller. En wat merkwaardiger is: ook de moraal van dit sciencefictionverhaal meende Lewis relatief hoog te kunnen aanslaan. Zijn oordeel juist hierover, in de brief aan Joy, stond een paar jaar later als omslagtekst op de Engelse paperback-editie van Childhood's End (zie illustratie). Clarke is een auteur, zegt Lewis, voor wie de hoogste waarde in het leven nu eindelijk eens niet het ‘voortbestaan’ der mensheid is.Ga naar eind8. Het valt echter te betwijfelen of Lewis dit oordeel kon verdedigen, en ook of Clarke daarvan gediend zou zijn. Clarke had ongetwijfeld een bredere blik, gezonder verstand, fraaiere stijl en betere smaak dan veel andere sf-auteurs. Bij hem gingen science en fiction ook beter samen dan bij Lewis. Maar in zijn denkbeelden over de toekomst der mensheid en over het uitnemende belang van wetenschap en techniek verschilde hij weinig van een uitgesproken vijand van Lewis, de grote bioloog en wetenschappelijke volksopvoeder J.B.S. Haldane (een soort Gould of Dawkins van die dagen). Mogelijk heeft Haldane partieel model gestaan voor een van de grote boeven in de sf-trilogie van Lewis, professor Weston. Tweemaal was er een begin van publieke confrontatie tussen Haldane en Lewis, beide keren liep het op niets uit.Ga naar eind9. Haldane en Clarke werden intussen, op afstand weliswaar, goede vrienden vanaf hun eerste ontmoeting in 1951; Haldane kwam toen voor het Interplanetair Genootschap spreken - hij wel.Ga naar eind10. Het neemt niet weg dat Clarke en Lewis elkaar oprecht waardeerden. Ook Haldane erkende trouwens dat Lewis erg goed kon schrijven. Clarke maakte meteen al in zijn eerste roman, | |
[pagina 37]
| |
Pan-editie uit 1956 van Arthur C. Clarke, Childhood's End (1953). Het aanbevelend citaat van Lewis is ontleend aan zijn brief van 22 december 1953 aan Joy Gresham, zie blz. 38; zie ook blz. 42, noot 8.
| |
[pagina 38]
| |
Prelude to Space (1951), een complimenteuze toespeling op Lewis. Maar hij behoorde net zo duidelijk als Haldane tot wat alle betrokkenen zagen en ervoeren als het andere kamp, de tegenpartij. De lof van Lewis voor Childhood's End lijkt vooral ingegeven door vreugde over nieuw literair talent op een terrein dat door moderne schrijvers verwaarloosd werd terwijl het hem juist bijzonder lief was: het terrein van de fantasie. Niet veel later, bij de verschijning van The Lord of the Rings, zou Lewis een dergelijke vreugde beleven, maar dan zonder complicaties.
* | |
22 december 1953Beste Joy, Voor zover ik me herinner gaf jij over Childhood's End geen mening. Misschien was je bang dat ik te hoge verwachtingen zou krijgen, met teleurstelling als gevolg. Als dat erachter zat, dan is je opzet geslaagd want ik begon zonder speciale verwachtingen te lezen en ben volkomen overrompeld. Dit is iets van een geheel andere orde dan de gangbare tijd-en-ruimteschrijvers, het staat ver daarboven, in de buurt van Lindsay's Voyage to Arcturus en Wells' First Men in the Moon. Het is beter dan alles van Stapleton. Het heeft niet de fijnzinnigheid van Ray Bradbury, maar het heeft tien keer zoveel emotionele lading, en veel meer mythisch vermogen.Ga naar eind11. Eén gedeelte vind ik niet goed gedaan: hoofdstuk 7 en 8, waar de auteur kennelijk niet goed thuis is. Ik bedoel, als beeld van een samenleving is het vlak en houterig en technische foefjes zijn (voor mij) allemaal slaapverwekkend. Maar wat daar aan goeds tegenover staat! Het heeft iets van het effect van de RingGa naar eind12. - een zelfvergrotende rijkdom, een stapeling van harmonie op harmonie, grootsheid op grootsheid, deernis op deernis. Het eerste deel, alleen nog maar over het mysterie van de Overlords, zou voor de meeste auteurs al genoeg zijn. Dan blijkt dat dit slechts het decor is, en als je bij de climax in h. 21 bent gekomen, lijkt het een anticlimax en gaat het langzaam op naar de uiterste climax. Bij de eerste climax, blz. 165-185, kreeg ik tranen in mijn ogen. Er is in geen jaren zoiets vertoond, en dan bedoel ik deels gewoon het schrijven - ‘She has left her toys behind but ours go hence with us’, of ‘The island rose to meet the dawn’,Ga naar eind13. maar ten dele ook (eigenlijk meer nog) dat je hier een moderne schrijver hebt die begrijpt dat er wel eens dingen kunnen zijn van een hoger belang dan het voortbestaan of het geluk van de mensheid; iemand die bijna het ‘wie zijn vader en moeder niet haat’ zou kunnen begrijpen en die zeker de situatie zou begrijpen die in Aeneas iii ontstaat waar sommigen naar Latium doorgaan en de anderen op Sicilië blijven. | |
[pagina 39]
| |
We worden hier bijna omhoog gevoerd vanuit psyche naar pneuma. Ik bedoel: dat is wat men in verbeelding beleeft aan zijn mythe. Zijn eigen gedachten over wat dat hogere niveau zou kunnen zijn - die zijn natuurlijk in onze ogen niet erg nieuw of erg diepzinnig; maar dat maakt eigenlijk niet zoveel verschil. (Hoewel het om zuiver literaire redenen al beter zou zijn geweest dit in het mysterieuze te laten, minder te filosoferen.) Commentaar van schrijvers op hun eigen mythen is tenslotte maar zelden zo goed als de mythen - tenzij ze, zoals Dante, dat commentaar bij anderen weghalen, bij echte denkers. De tweede climax, het lang (niet te lang) gerekte slot is grandioos. Er is maar één verandering (in conceptie) die ik zou willen maken. Het is jammer dat hij iets laat doorschemeren van jaloezie en een mogelijke opstand van de Overlords in de toekomst. Het is een zo alledaags motief dat het op zichzelf geen interesse wekt, en omdat het toch niet verder uitgewerkt wordt, valt het banale niet te compenseren door de manier van vermelding. Veel beter, veel meer in overeenstemming met het universum van Clarke's verbeelding, zou bij die Overlords een volkomen berustende, onderworpen en toch fiere houding van eeuwigdurende melancholie zijn geweest - zoals bij de grote helden en dichters in Dantes Limbo, voor immer levend ‘in verlangen zonder hoop’.Ga naar eind14. Maar zo begin je het boek al te herschrijven... Veel kleine ongenoegens natuurlijk. De vrouwen zijn allemaal opgebouwd uit een paar abstracte denkbeelden van jaloezie, ijdelheid, moederschap enz. Maar het maakt eigenlijk heel weinig uit. Een boek als dit verdraagt heel wat meer fouten dan hier worden begaan. Het werpt wel een merkwaardig licht op onze tijd dat een dergelijk boek verscholen ligt in een afschuwelijk paperbackje, volstrekt onopgemerkt door de cognoscenti, terwijl het eerste het beste ‘realistische’ gezever over een neuroot in een Londens appartement, iets waar geen enkele vindingskracht voor nodig is en wat iedere geletterde die er zin in heeft kan schrijven, serieus gerecenseerd en in serieuze boeken genoemd wordt - alsof het echt iets te betekenen had. Hoe lang nog, vraag ik me af, duurt deze tirannie? Twintig jaar geleden wist ik zeker dat ik de instorting van dit alles en de terugkeer van grote literatuur nog beleven zou, maar zie: mijn tanden en haren vallen uit, en nog steeds geen kier in het wolkendek. En nu: wat vind jij ervan? Ben je met me eens dat dit een absolute knaller is?Ga naar eind15. | |
[pagina 40]
| |
Magdalen College, Oxford
| |
Great Western Railroad Hotel
| |
[pagina 41]
| |
thema wordt gepresenteerd, moet er met dat thema iets gebeuren. Als een gedicht in een bepaald metrum staat, moeten de speciale eigenschappen van dat metrum worden uitgebuit. Als je een historische roman schrijft, moet de tijd waarin het verhaal speelt wezenlijk tot het effect bijdragen. Want alles wat in de kunst geen goed doet, dat doet kwaad; geen plaats voor passagiers. (In een goede zwartwittekening zijn de stukken wit papier van wezenlijk van belang voor het geheel, niet minder dan de lijnen. In een kindertekening is het alleen maar wit papier.) Welk excuus heb je om een verhaal op Mars te laten spelen als ‘het martiaanse’ niet geheel en al gebruikt wordt.Ga naar voetnoot* ‘Circle of Flight’ van Stockham, hoewel verre van goed geschreven, is het echte werk, d.w.z. wat hij pretendeert te doen, dat doet hij ook. En daar is dan voor een keertje de liefde een zinvol ingrediënt. Zouden sf-lezers trouwens werkelijk willen dat de zogeheten zaken van het hart (van de onderbuik zou een juister woord zijn) er altijd bijgesleept worden? Of zie ik iets belangrijks over het hoofd? Ik zou graag weten hoe u denkt over het hele thema van deze brief. Vriendelijke groet, C.S. Lewis
In een lange antwoordbrief van 24 januari schreef Clarke onder meer dat sciencefiction nog altijd weinig love interest had, en in het algemeen weinig human interest. | |
Magdalen College, Oxford
| |
[pagina 42]
| |
willen hebben omdat iedere glimp van een wijder uitzicht het exclusieve belang van hun eigen boeltje zou aantasten. Fantasy & sf is veruit de beste.Ga naar eind20. De meest serieuze satire van onze tijd is onder meer hier te vinden. Wat ze vandaag ‘serieuze’ literatuur noemen - Dylan Thomas & Pound en zo - is juist de meest onbenullige. Het allerbeste. Vriendelijke groet, C.S. Lewis |
|