Bij ons thuis
De vreemdeling in de literatuur
Ik ging naar de stad.
Ik kocht een papegaai.
De pagegaai fluisterde: ‘Mag ik terug naar huis?’
Dat was het eerste ‘verhaal’ dat Kader Abdolah (1954) in het Nederlands schreef. Tot dan toe had hij bij Nederlandse les alleen zinnetjes met aardappels geoefend, voor in de supermarkt. Daar zat geen leven in. Terwijl de Iraanse, je zou nog beter kunnen zeggen: Perzische, schrijver en natuurkundige Kader Abdolah vastbesloten was boeken te gaan schrijven in de taal van zijn ballingschap. Met een aardappel schrijf je geen verhaal. ‘De uitdaging van een aardappel was verdwenen op het moment dat Van Gogh een schaal aardappelen op zijn doek zette.’ En toen fluisterde de papegaai dat hij terug wilde naar huis.
Kader Abdolah had succes met zijn romans over vreemdeling-zijn en je vestigen. Zijn eerste echte ‘Perzische’ roman, Het huis van de moskee (2005), werd een van de best verkochte boeken van de laatste jaren. Interessant is hoe Kader Abdolah daarin het leven met het heilige boek, de Koran, verwerkt. Veel personages gaan gelovig om met de bekende woorden van de Koran, anderen verwestersen en durven te profaniseren; ondanks een bijna documentaire stijl is de ondertoon van het boek die van het verlangen. Kader Abdolah treedt op 3 november a.s. op in Amersfoort.