Liter. Jaargang 10
(2007)– [tijdschrift] Liter– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 54]
| |
[pagina 55]
| |
[2]Ik sta op het bordes van het paleis
een dirigent met handen vol stilte
Ruste en beweging als eenheid
zoals licht en duisternis samenvallen
verder dan voorbij en eerder dan eens
Uit die streken kom ik
Daar heb ik het licht als een spreng
tussen de dennennaalden zien opspringen
en me herkend
| |
[3]In de duistere winter durfde ik
lichtovergave niet aan
de afdaling en de onthechting
Nu weet ik van wind
die nu eens door toppen ruist
dan weer razend takken afbreekt
Ik houd mijn hart vast
als ik het stormgeluid hoor
Ik vertrouw op het innerlijk vuur
de vlam van een ziener
die achter de dood geraakte
terwijl hij bleef leven
Diep in mijzelf straalt
het potkacheltje van de kennisse
| |
[pagina 56]
| |
[4]Ik slaap met het licht, sta ermee op
baad me daarin, kleed me daarmee
en breek zonnestralen voor het ontbijt
Ik zie het licht als een uitdaging
streel en betast het. Ik voel
hoe het zich aan mij opdringt
Het ademt in mij, hongert en eet
dorst, drinkt, spuwt, watert en zweet
Ik laat het geworden, dat onbreekbare licht
zodat ik één word, eenvoudig en heel
| |
[5]Veel is verborgen: dit water
deze wind dit mos en dit bos
Jij daarachter, ook jij wordt niet gekend
Denken levert niets op
en ronddraaien in gedachten
biedt kennis noch leven
Iedere tak die ik breek
en ieder blad dat ik streel
zijn in glanzende folie verpakt
Wie jou kent ziet het licht
proeft het groen, voelt de adem
drinkt het levend kristal
| |
[pagina 57]
| |
[6]Luisteren zit in ons bloed
uitzien en tasten verder reiken
dan heinde en verre
Luisteren naar een onhoorbare stem
in het hart van de tong
niet te geloven zo zoet
Uitzien naar een onaanraakbare vrouw
in het hart van haar stem
niet te geloven zo zacht
Tasten naar een ondenkbaar licht
in het hart van het vuur
niet te geloven zo zwart
|
|