Liter. Jaargang 9(2006)– [tijdschrift] Liter– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 48] [p. 48] Jaap van der Molen Gedichten Invasie Zacht fluitend ineens in de heesters vinden zij zich terug in een beloofd land, nu iets hen heeft verdreven precies op iemands tijd, voorboden en ontheemden. In kleine groepen kwamen ze op vleugels van de invallende winter uit het noorden. Van de kaart maar onverschrokken belagen zij cotoneaster en viburnum opulus. Onthalen wij hen met een nieuwe naam: murmelende zijdevogel of gekuifde wasvleugel. Wachten wij op wat komt als de laatste bessen zijn gegeten. [pagina 49] [p. 49] Voorde Hier stopt het pad. We kijken om en zien achter ons hoe kale bomen naar de wolken reiken, als oude handen zonder gevoel er nog in. Ver weg weten wij het huis dat we verlieten. Het dak is ingestort, brandnetels schieten hoog binnen zijn muren op. We hebben de ramen bedekt met planken, alsof we de ogen sloten van een dode. Laten we niet te lang stilstaan. Voor ons bruist de rivier en het gras aan de overkant is groen. Geef me je hand. Laten we lopen over water. Jaap van der Molen (1958) werkt als lerarenopleider in Zwolle. Poëzie: Blindelings (1991). Vorige Volgende