Liter. Jaargang 9(2006)– [tijdschrift] Liter– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 32] [p. 32] Menno van der Beek Gedichten Oremus Hij nam een dakkapel. Vermoedelijk een misverstand. Hij liet zich door een timmerman in prachtige gesprekken 's avonds laat, terwijl het woord vaak viel, een dakkapel aanpraten. Toen werd hij ziek. Hij had te weinig adem om naar de dakkapel te gaan. In plaats daarvan heeft hij een aantal dagen in de tuin gezeten. En ik kom op bezoek, dus ik zit naast hem. Ik zeg: ik had me dit heel anders voorgesteld van iemand met een eigen dakkapel. Hij hoest. Hij zegt: een dakkapel, dat zijn twee kamers en een paar grote ramen. Allemaal in plaats van één donkere zolder waar ik niet kon staan: ik vraag me af of ik er goed aan heb gedaan. [pagina 33] [p. 33] In plaats van kaarten Ik slaap onrustig; 's ochtends op de fiets ga ik op zoek naar avonturen maar ik vind ze niet. Ik zag een speelkaart liggen in het natte gras die ik heb opgeraapt. En daarna nog een paar tot ik een stapel had. De schoppen negen heb ik gehaast en met mijn nagels van de straat gekrabd vlakbij de rand. Maar midden op het asfalt plakten de kaarten waar ik bang voor was en ik ben afgehaakt. De dag daarna was alles opgedroogd en weggewaaid: de schoppen twee, de schoppen vijf, de schoppen tien de harten vier, de harten acht, de harten tien, de ruiten drie, de klaver aas, de harten vijf - ik zal er nooit een vinger achter kunnen krijgen. Geef het maar toe: ik heb die kaarten opgeraapt met het idee om een gedicht te maken niet over God en niet over mijn vader en ik blijf zitten met een hand vol slechte kaarten. [pagina 34] [p. 34] Funes el memorioso De man die niets vergeet. De man die zelfs nog weet wat hij zich heeft herinnerd: ieder beeld dat hij terugroept, alles wat hij herbeleeft, wordt in zijn hoofd een onvergetelijk moment. Hij heeft het liefst herinneringen aan herinneringen aan herinneringen: het beeld is altijd nog compleet en onveranderd maar komt trager op gang. Hij weet al lang dat hij te laat was en te weinig heeft gezegd, maar krijgt zo net de tijd zich overal bij neer te leggen, voor het weer begint, en een moment om blij te zijn dat hij tenminste nog als hopeloos gebaar vast een pyjama had gekocht. [pagina 35] [p. 35] Lex dura primogenitum asini mutabis ove quod si non redemeris interficies omne autem primogenitum hominis de filiis tuis pretio redimes Exodus 13:13, Vulgaat Dit is de wet: het eerstgeboren kind van elke ezel moet je compenseren door in zijn of haar plaats een lammetje te slachten; en mocht je dit te onvoordelig vinden, of niemand zit op nog een ezeltje te wachten, breek dan het ezeljong de nek. Dat scheelt een schaap. Mijn vader hield zich moeiteloos aan deze regel voor zover ik weet. Wij hadden thuis geen ezels. Maar als hij toch had moeten kiezen was hij, misschien verscheurd door twijfel, voor het schaap gegaan dat toch de oudste rechten heeft. Ik zie hem staan, met een gebroken ezel in zijn handen: hij wil ons troosten en hij zegt: het aantal dieren dat bij ons woont en leeft is niet veranderd. Menno van der Beek (1967) woont te Rotterdam en werkt als computerprogrammeur. Poëzie: Vergezocht (1999), Waterdicht (2002) en Kaddisj (2006). Vorige Volgende