[Nummer 43]
Van de redactie
De rubriek ‘Maatwerk’ is bedoeld voor polemiek, persoonlijke stukken, opiniërende bijdragen en signaleringen, dit alles soms (in de praktijk: vaak) naar aanleiding van nieuw verschenen boeken. De bijdrage van Pieter Nouwen vorige maal eindigde met de uitnodiging aan Liter om een debat op touw te zetten over de ‘groeiende armoede van de Nederlandse prozakritiek.’ Inmiddels legde Liter Nouwens constatering voor aan een brede groep critici. Vanaf bladzij 61 vindt u het resultaat.
In deze aflevering debuteert Hilde Bosma (1971) met twee gedichten. Nieuw in Liter zijn ook de namen van Frédéric Leroy en Inge Boulonois. Niet onbekend is Jan de Bas en zeker niet onbekend is Inge Lievaart (1917). Zij draagt een reeks van vijf biografische gedichten bij.
Verder zijn er nieuwe gedichten van Menno van der Beek, die ditmaal ook, met dichter Mart van der Hiele, optreedt in de rubriek Klinker & Medeklinker en daar meer zegt dan hij eerder kwijtwilde, al doet hij dat pas in tweede instantie. Vermeldenswaard is verder dat van deze Liter-redacteur zojuist de bundel Kaddisj het daglicht zag, en dat de al langer verwachte bundel De overtijd van Henk Knol na de zomer in de boekhandel ligt.
Hans Werkman begint een nieuwe rubriek ‘Brief’, waarin hij telkens een brief of briefwisseling van enig literair-historisch belang uit de tijd van voor de digitale post presenteert. Met de tijd, en de situatie, wisselt ook de stijl. Voor fijnproevers.
Frank Dorst tekent voor het verhalend proza. Van Jantien de Bruin is er fotowerk. De aflevering van ‘Nieuwe bijbels’ komt van Klaas Spronk en is gewijd aan een fraai naamdicht in het bijbelboekje Nahum, Teunis Bunt eert een vergeten P.C. Hooftprijswinnaar en dan is er Maatwerk.