Liter. Jaargang 4
(2001)– [tijdschrift] Liter– Auteursrechtelijk beschermdChristelijk literair tijdschrift
[pagina 31]
| |
[pagina 32]
| |
ZijnHoud maar van mij, ik ben
niet te vertrouwen liefste.
Niet in mijn groet ben ik,
in mijn beloften niet. Ik ben
niet in mijn arm, geslagen om
jouw schouders, mijn adem op je
lijf, mijn komen en mijn gaan.
Niet wat ik voor je ben, ben ik.
Misschien blijk ik alleen
- als ik er niet meer ben -
in jouw gemis te zijn
wie ik had moeten worden.
Wat zou ik zonder jou.
| |
[pagina 33]
| |
OpdrachtJe zag wel in dat het verbeelding was,
maar je maakte ze desondanks mee:
gezichten vol lichtende verte, spelende
mensen, muziek op de wind, de geur van
hooi en water - alles riep dat het bestond.
Je voelde wel de kou van eenzaamheid,
de diepte van verdriet, de pijn van buiten,
maar je had nu eenmaal te bewaren wat
er nog aan waarheid in je over was.
| |
[pagina 34]
| |
EidereendOp de vervuilde vloedlijn staat
de grijze eidereend, zo stil alsof
zij luistert, maar waarnaar.
Haar staren slaat het uitzicht op
in wat zij te vergeten tracht:
een vlucht, de verte die zij schiep
in weggezwommen dagen.
Hier vindt zij plaats, tot staan
gebracht. Een onverstoorbaar
ogenblik. Zij zal haar vleugels
niet meer spreiden, haar poten
niet bewegen, zelfs kwaken
heeft zij voor het laatst gedaan.
Achter haar ogen valt de nacht.
Harmen Wind (1945) is werkzaam aan de pabo in Doetinchem. Hij publiceerde dichtbundels in het Nederlands en het Fries. Meest recente bundels: Plaatselijke tijd (1997), Op sân (2000) en Buiten adem (2001). Roman in het Fries: De izers fan 'e frijheid (1998). |
|