Naast de boeiende beschrijving van het bestaan van Saul maakt ook de reconstructie van het Zuid-Afrikaanse havendorpje Knysna het verhaal interessant. Dalene Matthee geeft een beeld van het harde houthakkersbestaan aan het eind van de negentiende eeuw. In deze periode brengt de ontdekking van diamant en goud het voorheen rustige Knysna in rep en roer. De schrijfster bericht van enkele historische gebeurtenissen en vertelt van een aantal belangrijke persoonlijkheden die in deze periode het dorpje Knysna aandeden. Zo komt de zoon van koningin Victoria, prins Alfred, op olifanten jagen in het Knysna-bos en flaneert de welgestelde Engelsman George Rex door het steeds bedrijviger rakende havendorpje. Het erbij betrekken van gebeurtenissen uit het verleden van Zuid-Afrika geeft Kringen in een bos een bijzondere waarde en ook een enigszins romantisch tintje.
Anderzijds wordt de indrukwekkende en autentieke sfeer die Dalene Matthee met de beschrijvingen van het bos- en het dorpsleven weet op te roepen, verstoord door de weinig natuurgetrouwe weergave van de in de roman voorkomende personages. De personen in de roman blijven zonder uitzondering een variant van een prototypische mens. Zo zijn de bosbewoners, waaronder de vader, de oom en de broer van Saul, allemaal even koppig. Ze zijn geen van allen geïnteresseerd in de ontwikkelingen in en rondom het bos en blijven stoïcijns onder de aldoor verslechterende levensomstandigheden. Ook de Engelsen in het dorpje Knysna zijn onder één noemer te plaatsen. In principe is ieder van hen een kopie van de grootste uitbuiter en bullebak van het dorp: de houthandelaar MacDonald. De Engelsman in Kringen in een bos is per definitie arrogant en onvriendelijk en heeft over het algemeen kwaad in de zin. Eén uitzondering op deze regel is Kate, de dochter van MacDonald. Zij raakt onder de indruk van het bos, en uitgerekend zij raakt verliefd op de bosbewoner Saul. Samen met Saul schippert Kate in een niemandsland tussen het bos en het dorp in.
Hoewel van Saul en Kate een meer uitgebreide karaktertekening gegeven is, worden ook zij geen mensen van vlees en bloed. Kate is de regelrechte tegenpool van haar vader: ze is mooi, geïnteresseerd in mensen en ze heeft een grote liefde voor Saul. Saul zelf wordt te veel de niet begrepen held van de roman. Ondanks zijn goede bedoelingen wordt hij voortdurend als zondebok aangewezen.
De ongenuanceerde karakteruitbeelding houdt de roman makkelijk leesbaar, maar doet ook afbreuk aan het verhaal. Doordat de personages types blijven, worden ook de verhoudingen tussen de personages eenvoudig. Saul komt met zijn vooruitziende blik tegenover de blinde medebewoners te staan en de schoft MacDonald staat lijnrecht tegenover de arme houthakkers. Ook de onvoorwaardelijke liefdesrelatie van Saul en Kate heeft weinig realiteitsgehalte. De tekortkoming in de karakteruitbeelding heeft een zekere oppervlakkigheid tot gevolg.
Dalene Matthee schreef de roman Kringen in een bos in 1984. Onlangs is de roman in Nederlandse vertaling verschenen. Bij lezing van de vertaling wordt gauw duidelijk dat de roman vertaald is door iemand die niet dagelijks in contact staat met de Nederlandse taal. Regelmatig worden er woorden gebruikt die de lezer vreemd en een tikje ouderwets in de oren klinken. Woorden als ‘gramstorig’, ‘hovaardigheid’, ‘verspieder’, ‘drossen’, ‘soebatten’, ‘blikskaters’, ‘roofjes’ en ‘hartzeer’, en zinnen met daarin de uitdrukkingen ‘wat