Liter. Jaargang 1(1998)– [tijdschrift] Liter– Auteursrechtelijk beschermdChristelijk literair tijdschrift Vorige Volgende [pagina 17] [p. 17] [pagina 18] [p. 18] Hilbrand Rozema De ijsvogel 1 Zoals deze zin eindigt met een punt. Zo maakt de ijsvogel er een punt van te verdwijnen in de verte. Een vulpenvlek van blauwe inkt op een kattebelletje. De suppoost vindt het, na sluitingstijd, in de lijst van een wintergezicht van Breughel. Zo blijft de ijsvogel ons schielijk voorafgaan, begint hij alvast aan het grote uitsterven. [pagina 19] [p. 19] 2 De ijsvogel is een wegvliegend geheimpje. Het blijft tussen ons dat gemalen saffier het recept van zijn blauw is, met pigment van purperslakken uit de Middellandse Zee. Hemelse ruimte is dit blauw bij middeleeuwse mystica's. Verdwijnpunt voor angstige grijzen uit het doodspalet van vanitassymbolen: dit blauw is uit gemalen slak gewonnen. [pagina 20] [p. 20] 3 Victor van Aveyron, het eerste ons beschreven wolfskind in Europa, gevonden in het jaar 1700, kon nog twintig jaar na dato grondeloos staan staren, bekeek met roerloos opgeheven hoofd de sterren boven zijn Parijse slop. Zo fladdert ook de ijsvogel nog even door in zijn betonnen strop, is hij als watermerk, herinnering, bevroren. [pagina 21] [p. 21] 4 [Brief aan de ijsvogel] Je zatte lezen in een stoel van licht. Een beetje snavelstaren. Een brevierend doodbiddertje. Soms een circusjongen, bont en introvert. Veel last van eenzaamheid gehad. En overal die intuïtie, niet te beliegen, schuw en scherp. Beste ijsvogel, ineens weet ik wie jij waarschijnlijk bent! Ik denk: het cliniclowntje van de stervende natuur. Hilbrand Rozema (1971) woont in Amersfoort, werkt als free lance journalisten is red acteur van Icarus. Poëzie: Paradijs (1997). [pagina 22] [p. 22] Vorige Volgende